De Brigittenschans

 

In de tachtigjarige oorlog was het heel gewoon om gebruik te maken van schansen:

  1. Door de soldaten bij de belegering van een stad. (meestal meerdere schansen in linies)
  2. Bij een stad als dekking tegen belegeraars en tevens om vandaaruit te kunnen aanvallen. (eveneens meestal meerdere schansen in linies)
  3. Bij dorpelingen om zich te verschansen tegen met name doortrekkende en plunderende soldaten.
  4. Om soldaten die een rivier oversteken of een schipbrug te verdedigen.
De prachtige schansen die op kadasterkaarten van 1840 nog bij dorpen bij Weert zijn te zien horen tot voorbeelden van verdedigingsschansen voor dorpelingen. Bij Roermond is de schans "Tholen", die genoemd wordt in de inleiding van Nettesheim tot de stadskroniek van Roermond, een voorbeeld van een grote aanvalsschans die gebruikt is bij de belegering van de stad in 1577 door Gelderse oranjegezinde troepen uit Venlo. De Brigittenschans in Reuver (bij Beesel) heeft de functie gehad die als vierde is genoemd: om een schipbrug te kunnen verdedigen. Wiel Luys schreef hierover in het jaarboek van 1986 van "Maas- en Swalmdal" een artikel van 14 pagina's met mooie illustraties. Hier volgt een korte samenvatting van dit artikel.

De Hertog van Parma , Alexander Farnèse, is de eerste geweest, die bij Beesel een schipbrug liet aanleggen in 1579. Roermond was toen al weer terug in handen van de Spaanse koning en het was belangrijk om ook Maastricht weer te veroveren. Maastricht was belangrijk voor de controle op de Maas i.v.m. het transport van krijgsmaterieel. Op dat moment vormde Maastricht ook de lokatie waar troepen van Oranje vanuit Duitsland de Maas overstaken om verbinding te zoeken met troepen bij Antwerpen, welk eveneens in handen was van de nog te stichten Republiek. Maastricht innemen was dus erg belangrijk. Alvorens Maastricht te veroveren wilde hij alle mogelijke toegangsplaatsen tot Maastricht onder controle krijgen, waaronder Erkelenz, dit om de Noord-Zuid route Aken-Kleef te kunnen controleren. Na een snel bliksemoffensief bereikte hij zijn doel: Kerpen, Erkelenz, Walbeck en Straelen werden veroverd. Nu was het zover dat Parma de tijd rijp achtte om zijn grote leger, dat bij Visé lag, in te zetten om het gehele gebied rond Maastricht onder controle te krijgen. Via Born trok hij naar Echt, waar al eerder een schipbrug over de Maas was gemaakt. Maar door hevige regenval was deze brug onbruikbaar, er waren te weinig schepen. Dus trok Parma nog noordelijker. Eerst liet hij een brug over de Roer slaan en 2 dagen later kwam hij bij Beesel waar hij de Maas over wilde. Het nabijgelegen Venlo, nog in handen van de Oranjegezinden, had eerder alles al zien aankomen. Jan van Nassau, stadhouder van Gelderland, vroeg toen hulp aan zijn broer Willem van Oranje. Deze stuurde enkele vendels soldaten naar Venlo (daarnaast 3 naar Gelder en 2 naar Wachtendonk: deze steden waren eveneens nog in handen van de staten). De Spaanse onderbevelhebber Pierre de Tassis liet er geen gras over groeien. Toen een voorhoede werd overrompeld door een vendel van Oranje, zette hij zijn hele cavalerie in en werd de vijand alsnog verslagen. 300 soldaten werden gevangen genomen, daarnaast werden er ook velen gedood. Bij Beesel werd toen uiteindelijk een schipbrug geslagen, maar het maaswater bleef nog steeds stijgen en ook nu weer lukte het niet om de rivier over te komen, hij moest het enkele kilometers noordelijker nog eens proberen. Nu lukte het wel. Hij wilde deze schipbrug evenwel kunnen blijven gebruiken, en om hem te kunnen beschermen, met name door mogelijke aanvallen vanuit Venlo, liet Parma een schans bouwen. Achtergebleven troepen, waaronder een heel regiment, moesten het hele gebied blijven controleren vanuit deze schans. Toen dus het grootste deel van de troepen veilig het water was overgestoken, werd de schipbrug (tijdelijk) afgebroken. Parma trok verder, veroverde Weert, Eindhoven, Turnhout en trok vandaaruit naar Maastricht. Een heel contingent ruiters onder leiding van Maurits van Saksen zwierf intussen plunderend door Noord-Brabant. In den Bosch werden ze niet toegelaten. Maurits wilde snel van zijn troepen af en vroeg aan Parma of deze een escorte wilde geven aan deze troepen zodat ze veilig terug naar Duitsland konden gaan. Verbaasd stemde Parma hierin toe, en de 1500 "vijandelijke" cavalaristen staken enige tijd later bij Beesel via de opnieuw aangelegde schipbrug de Maas over. De soldaten in de schans dachten even dat het vijanden waren en schoten op hen. Omdat Parma de soldaten veilige doortocht had beloofd werden de schutters geexecuteerd... Uiteindelijk begon de langdurige belegering van Maastricht door 34000 soldaten. Na relatief korte tijd werd de stad veroverd, geplunderd en het er gestationeerde garnizoen uitgemoord. Tot in juni 1585 bleven er Spaanse soldaten in de schans bij Beesel om het gebied te controleren, voor wiens onderhoud geld geleend moest worden door de schepenen van Beesel. In 1632 is de schans nog gebruikt door Staatse troepen. Later werd het binnenterrrein voornamelijk als hooiland gebruikt.

 Ziet u slechts 1 pagina?
klik hier voor de volledige website
"Voorouders uit Midden-Limburg"