Drie kroniekjes van Roermond uit de Franse tijd.

Jos Habets heeft veel gepubliceerd in het oudheidkundige tijdschrift "Publications de la Société Historique et archéologique dans le Duché de Limbourg" in de tweede helft van de 19e eeuw. Zo stond in de jaargang 1878 een uittreksel uit drie kroniekjes van inwoners van Roermond, die aantekeningen hebben gemaakt tijdens de Franse periode. Alle drie leggen ze sterk de nadruk op de verordeningen die er waren op geestelijk gebied. In zoverre herhalen en bevestigen ze elkaar en andere kronieken, zoals die van Pastoor Borret uit Herten en die van Sebastian van Beringen, hoofdbeambte bij fabrieken en molens aan de Roer. Ik neem enkele dingen over van deze drie kronieken. Hierdoor onstaat een levendig beeld van wat er zoal gebeurde.

Andere interessante ooggetuigenverslagen van deze tijd:
Kroniek Roermond 1781-1835 Sebastian van Beringen,
Dagboek Pastoor Borret uit Herten)
Correspondentie 1798 Kanton Roermond met Departement Nedermaas te Maastricht

Kroniek van Juffrouw van Elsacker, die woonde in de brugstraat van Roermond (1769-1819)

1776 was er sterfte onder het rundvee.
1781 17 Juli was Keizer Joseph II in Roermond en logeerde bij Kremers in hotel "Den Keijser"

Tegenwoordig is het hotel, na een grondige renovatie, ingericht als stadsbibliotheek.

Foto september 2006, Pieter Simons

1783 en 1784: opheffen van de kloosters der predikheren, Carmelitessen, Carthuijsers, Klarissen, de Godsweert en Mariagaerd
1785 30 maart is het kerkhof achter Kapel in het Zand ingewijd door bisschop Philippus Damianus.
1786. Opheffen van de kloosters van de Penitenten en van Gods Boomgaard.
1789. Op 16 december zijn hier de eerste patriottische cocarden gezien. De eerste die ze droeg was Baron Bock, een vreemdeling. De tweede was pastoor Haex van Maesniel. De 19e is de cocarde ook door de magistraet opgezet en publiekelijk vanuit het stadhuis komende spraken ze tot de tienmannen: wij hebben het nu voorgedaan, doe het ons na. De 20e stak heel de stad de cocarde op. Op 29 december zijn hier binnengekomen ruim 500 boeren en burgers van Weert onder de naam van Brabantse patriotten. De volgende dag om 11 uur zijn ze vertrokken en hebben meegenomen kanselier Luitjens, Mombour de Steurs en griffier Vande Renne. Deze zijn naar Brussel gebracht.
1790. 1 Januari is een manifest voorgelezen, door de staten alhier zelf opgesteld. 14 januari zijn de Brabantse patriotten hier binnengehaald: 110 dragonders en 250 voetknechten. Het Brabants manifest van Vander Noot is door hen voorgelezen.
1790 6 december zijn de Brabantsche patriotten afgedankt en is het keizerlijk manifest voorgelezen. 9 December zijn Vande Renne en de Stuers weer plechtig binnengehaald. 30 januari daarna werd met grote vreugde ook kanselier Luijtjens weer binnengehaald.
1790 14 december zijn 200 man cavallerie, Ulanen en 500 man infanterie van de keizer door de burgerij verwelkomd.
1791, 22 september is Maria Christina, de zus van de keizer, in Roermond geweest. De inauguratie van de nieuwe keizer Leopold is prachtig gevierd met versieringen en illuminaties.
1792 18 augustus. De inauguratie van de nieuwe keizer Franciscus is gevierd.
1792 11,12 en 13 November is het hele gouvernement van Brabant gevlucht en hier aangekomen. 16 November is een deel verder getrokken naar Düsseldorf. 20-24 November aankomst 400 man keizerlijke troepen. 30 November is het hele resterende goevernement van Brabant naar Wesel vertrokken.
1792 11 december zijn de keizerlijke troepen om 5 uur uit de stad gevlucht richting Keulen, na de rode brug in brand gestoken te hebben.
1792 15 december. Fransen planten voor het stadhuis de vrijheidsboom onder het luiden van alle klokken.
1793 13, 14 en 15 Februari is er een maire gekozen een procureur en 5 schepenen om de stad te besturen. De 17e zijn zij door het Franse garnizoen naar het stadhuis geleid en beëdigd. s' Avonds was de stad gelumineerd.
1793 3 maart hebben de Fransen te Swalmen slag geleverd tegen de Pruissen, welke laatste verloren hebben. Op 4 maart verloren de Fransen tegen keizerlijke troepen tussen Merum en Montfort. Daarom moesten de Fransen de stad uit vluchten en ze hebben de gierbrug vernield.
1794 4 october om 11 uur zijn de eerste Franse huzaren weer teruggekomen. 7 October hebben ze ook Venlo weer veroverd.
1795 10 maart is de vrijheidsboom opnieuw voor het stadhuis geplant.
1795 14 april: Vredesovereenkomst tussen Fransen en Pruisen voorgelezen.
1795. 18 juli. Voor bijna de helft van de stad was er geen brood. Een brood van 10 pond kostte 36 stuiver. Zelfs als je dat geld had was er nog nauwelijks aan brood te komen. De hele stad was vol met bedelende Walen.
1796 12 april installatie van nieuw tribunaal.
1796, vanaf 16 october tot 18 februari 1797: sluiting van Minderbroederskerk, abdij van Carmelitessen, Minderbroedersabdij, abdij munster, abdij st. Gerlacus.
1797 25 februari: de kerk van de Minderbroeders is weer geopend, 26 februari was er een hoogmis met Krebbers als diaken en Simons als subdiaken, met mooie muziek. Dit omdat burgers (Pierre Louis Sivré, Gerard Janssen, Jean Deman en Monsieur Bernardi) 4 maal naar Maastricht waren gegaan om dit voor elkaar te krijgen. Maar niet lang daarna is de kerk alsnog weer in beslag genomen en verhuurd aan bakker Kuypers van de Venlose poort voor 20 gulden per jaar.

1797 mei. Eis dat geestelijken de republikeinse eed afleggen, uiterlijk 1 juni. 2 juni de verordening dat er wel mis mocht worden gedaan, maar geen biecht en preek. 27 juni werd het weer toegestaan (feest!), 27 augustus werd wederom verboden dat priesters die niet de eed hadden afgelegd mis mochten lezen en andere geestelijke zaken doen. Deze dag was er voor de eerste keer een mis in Melick, een half uur lopen vanaf Roermond, in een houten keet waar een altaar in was geplaatst.
1797 4 december. De kerk van het Begijnhof en de minderbroederskerk werden nu definitief gesloten. Tot die tijd werd er nog stil de rozenkrans gebeden. Deze rozenkransgebedsdiensten werden vanaf nu in verschillende huizen georganiseerd.
1798 10 juli zijn de Minderbroeder paters gedeporteerd.
1800 14 juli is de kerk weer open gegaan. 27 augustus is de grote kerk weer geopend.
1803 2 december is de Munsterkerk weer geopend.
1814 13 januari is het hoofdkwartier van de Fransen door de stad getrokken. de 14e zijn ze vertrokken, de 17e kwamen de kozakken.

Kroniek van Pieter Hendrik Schreurs (griffier bij het vredegerecht), 1794-1799

1794 4 oct. zijn hier de Fransen voor de tweede keer gekomen.
1796 januari: inventarisatie van alle kloosters. Later opheffen van de abdij Munster, Minderbroeders en Gerlacus. De Minderbroeders weigerden te vertrekken. Zij zijn 14 februari 1797 verjaagd, gepaard gaande met allerhande baldadigheid. De cingels van de albten werden aan de sabels gehangen, Christus werd van het kruis geslagen, van het O.l.Vrouwebeeld werden de armen afgeslagen enz.
1797, 17 mei. Priesters mogen geen biecht meer afnemen. Vanaf augustus moest de eed op de republiek worden afgelegd.
1797 24 juli zijn op de abdij Munster de klokken weggenomen.
1797 27 augustus. Mis in Melick, op Guliks grondgebied.
1797 2 september Achter de Kapel in het Zand aan de armenhof, genaamd Meugelbroeck, eveneens Guliks terrein, werd een houten kapel opgericht. Tot 8 oktober zijn hier regelmatig diensten geweest.
1797 28 september Er mogen geen klokken meer worden geluid. Vanaf 7 oktober waren er nergens meer klokken te horen.
1797 3 december is de kathedraal verzegeld. Daarna in rap tempo de overige kerken.
1797 16 december is op het stadhuis de wet over de godsdienst gepubliceerd. Diezelfde dag nog is er mis gelezen door de heer Regent in de Ursulinnenkerk.
1797 26 december zijn 42 mannen die van Melick kwamen aangehouden en opgebracht naar het stadhuis, Daar moesten allen hun naam opgeven. Drie burgers kregen proces verbaal wegens verzet: Henri de Brabander, van Munster en M. Fabry.
1798 21 januari: er is een nieuwe vrijheisboom geplant. Daarom heen werd een zeskantig bouwwerk geplaatst van vijf voet hoog, geverfd in de Franse tricolor: wit, blauw en rood. Tegelijk werd gevierd dat precies vijf jaar geleden de Franse koning werd onthoofd. Dit ging als volgt: de vrijheidsboom op een wagen met drie paarden bespannen ging aan de volksoptocht vooraf, met muziek van Vaulhaber, dan alle functionarissen, die de eed moesten afleggen. De stoet vertrok in de Oliestraat, daarna Hegstraat, Zwamaekerstraat naar de markt. Daar werd de vrijheidsboom omhoog gebracht. Halverwege viel hij weer om, onder gehoonlach van het publiek, tot ergernis van de republikeinen. Nadat hij eindelijk stond begonnen de republikeinen te zingen en ze riepen "Vive la Republique!", waarbij ze de hoed in de lucht staken. Geen der burgers sloot zich hierbij aan. De republikeinen waren: Joan Dionysy, Jean Wolfhagel, Theodorus Nesen, Jean van Beringen, Willem Decroey, Frans Tambacher, Mathias Sterken, Emanuël Sterken, Jean van gessel en Paes van Wylinck.
1798 24 januari. De Ursulinnen van Roermond, de Religieusen van Nunhem en de Wittevrouwen van Venlo mochten weer hun abdij betrekken en aan het werk gaan. Ook de parochiekerk werd weer officieel voor geopend verklaard. Alleen beëdigde priesters mochten mis lezen. 28 januari zaten 's morgens vroeg al veel mensen de rozenkrans te bidden in de kerk. Toen de heer Regent, beëdigd priester, de kerk in kwam om de mis te lezen liep iedereen weg en kinderen pestten hem en lachtten hem uit. Regent liet de gendarmerie komen, die gewapend naar de markt kwam en enkele belhamels oppakte. De tijd erna mocht de kerk pas geopend worden met voorkennis van de politie.
1798 7 Februari. Alle kapelletjes en geloofstekenen aan huizen of de openbare weg moesten verwijderd worden.

Oud wegkruis aan de Minderbroederstraat in Roermond met 17e eeuws houten Christus. Dit zal een van de beelden geweest zijn die indertijd moest verdwijnen. Gelukkig is er nog veel van gered.

Foto: Pieter Simons september 2006

1798 14 februari. Van Beringen heeft voor 600 gulden aangenomen het verwijderen van kruisen op kerken en nationale gebouwen.
1798 17 februari. De enige orde die nog mocht bestaan, die der Ursulinnen werd ook weer officieel opgeheven.
1798 22 februari. Alle pastorieën van geestelijken die niet de eed hadden afgelegd werden voor verbeurd verklaard en verpacht.
1798 2 maart. Zij die geestelijken die niet de eed hadden afgelegd in huis haalden zouden worden gestraft.
1798 7 maart. Het bonnet van de republiek is op de staf van Christoffel gezet.
1798 22 maart. Het laatste kruis, dat van de kerk der Ursulinnen, is verwijderd.
1798 1 april. Twee gendarmen hebben rond 5 uur 's ochtends huiszoeking gedaan bij de heer Erix, ex-Jesuit om te zien of hij mis las. Ze hebben enkele burgers aangetroffen en een misgewaad, een kelk, een altaarsteen e.d. en in de tuin troffen ze een juffrouw van deze stad met zijn mantel en kerkboek waar naam en toenaam in stonden. Ook hielden ze huiszoeking bij Masoeur Scryvers, waar ze een altaarsteen aantroffen. Om half 12 vielen ze binnen bij heer Bos, vicarus van de parochie. Ook bij de heer Erix vielen ze binnen en inventariseerden alles wat ze konden vinden. Hij zelf was er niet en werd opgeroepen om zich te komen verdedigen. Dat heeft hij niet gedaan. Men zegt dat een gendarme 's zondags tevoren, als boer verkleed, in zijn mis is geweest. Enkele dagen later werd er een brief op de poorten gehangen, waarin alsnog niet beëdigde priesters werden opgeroepen om zich te melden, zo niet ze dan opgespoord en gedeporteerd zouden worden.
1798 5 mei. Verordening tot het stipt nakomen van de decadi. Eveneens een verordening m.b.t. op de scholen de rechten van de mens geleerd moesten worden, het staatsbestel en de eerste beginselen van de wetenschap. Eens per maand moest dit gecontroleerd worden, waarbij ook onderzocht moest worden of de kinderen genoeg vorderingen maakten en de onderwijzer voldoende capabel was.
1798 7 mei. Op decadi geen publieke arbeid, geen winkels open, geen markt. Alle andere dagen moet alles open zijn. Op alle decaden wordt s' ochtends de klok geluid.
1798 16 mei. Bij overlijden mag niet verzocht worden tot het bidden van een onze vader, maar er mag slechts gezegd worden: "er wordt bekend gemaakt.." Ook mag er geen doodplank bij het betreffende huis geplaatst worden.
1798 7 juli. De parochiekerk is weer gesloten, evenals de kapel van Kapel in het Zand. Ook werd verboden te bidden op het kerkhof en voor de kerkdeur.
1798 10 juli. Zeven geestelijken zijn opgepakt en gedeporteerd. Een is er vanwege zijn ouderdom in Maastricht achtergelaten.
1798 15 juli zijn de gendarmen naar Melick gegaan, hebben de mensen bang gemaakt en enkele naar het stadhuis meegenomen om hun namen op te schrijven.
1798 25 juli, op St. Christoffel, zijn veel mensen naar Herkenbosch gegaan om de mis te horen.
1798 14 augustus, daags voor O.l.Vrouw Hemelvaart, hebben de gendarmen met enkele huzaren personen uit Gulicks grondgebied, die altijd op O.L.Vrouw plachtten te komen, achter de kapel opgepakt en opgesloten in het cachot, waaronder de kapelaan van Melick. Ze zijn drie dagen opgesloten geweest.
1798 19 augustus zijn vele burgers naar Herkenbosch gegaan. De pastoor heeft ze vermaand in het vervolg thuis te blijven vanwege deze gevaarlijke tijden, omdat de kans anders groot was dat ook hij opgepakt zou worden.
1798 20 November ging het gerucht dat er in Maaseik Brabanders waren aangekomen, omstreeks 600 man sterk. Vele bestuurders pakten hun have en goed en vluchtten naar Venlo. Er werd een legertje van 200 burgers geformeerd die op wacht moesten staan. De volgende dag, een decade, begon men om 9 uur de klok te luiden en er zou als gewoonlijk op het stadhuis de wet worden voorgelezen. Maar er kwam geen volk. Om 12 uur zei men dat de Brabanders al de Maas waren overgetrokken. Pas s' avonds werd duidelijk dat een en ander niet meer dan een gerucht was geweest.
1798 Volkstelling. Roermond telt 3961 zielen.
1798 8 december. Gerucht dat jongens die onder de conscriptie vielen van hun bed gelicht zouden worden. Velen gingen buitenshuis slapen. Twee dagen daarna was het gerucht weer, waardoor zeer velen, zelfs van nabijgelege dorpen, gevlucht zijn. Een en ander was niet waar en langzaamaan kwam iedereen weer terug.
1798 21 december. Iedereen die op conscriptielijsten stond moest zich verplicht melden. Zo niet dan zouden al zijn goederen verbeurd verklaard worden.

Kroniek van zoldermeester Ramaeckers 1781-1802

1782 20 augustus. De werken m.b.t. het verwijderen van stadswallen fortificaties zullen worden verleend aan de meestbiedende. Een en ander moet in 1784 klaar zijn.
1785 is een nieuw kerkhof aangelegd aan de Kapel aan het Zand en op 1 mei is men begonnen met het verplaatsen van alle graven van de stad.
1789 1 februari: de lijken mogen weer op de oude kerkhoven worden begraven. De lijkenwagen heeft men aan stukken geslagen.
1789 20 december om 7 uur 's avonds een aardbeving, met een naschok de 21e om 7 uur 's morgens. Er heerste grote schrik in de stad.
1789 29 december zijn de Weerter patriotten om 7 uur in de stad gekomen en hebben de stadspoorten gesloten. Deze gingen om 10 uur weer open. Tussen 12 en 1 zijn wel 600 man in de stad gekomen. Ze bezetten het huis van Kanselier Luytjens, momboir de Steurs en griffier Van der Renne. De volgende dag om half 12 zijn ze weer vertrokken met medeneming van deze drie heren via Weert naar Brussel.
1790 5 en 6 december. De patriotten zijn alhier afgedankt.
1790 9 december Momboir de Steurs en griffier van de Renne zijn teruggekeerd. 14 December kwamen de keizerlijke troepen. 1792 10 december. De keizerlijken hebben de grote brug in brand gestoken. De 11e hebben ze de stad verlaten. De zelfde dag tussen 9 en 10 uur kwamen de Fransen. De 15e hebben ze een vrijheidsboom geplant.
1793 3 maart gevecht te Swalmen tussen Fransen en Pruisen. 4 Maart gevecht tussen Fransen en keizerlijken te Merum. Dit laatste gevecht duurde bijna vier uur, toen hebben de Fransen moeten wijken en zijn met een gierbrug overgevaren. De volgende dag hebben ze die in de grond geschoten. Dezelfde dag tussen 7 en 8 uur kwamen de keizerlijken weer in de stad.
1794 3 Oktober zijn de keizerlijken uit de stad vertrokken, 4 oktober zijn de Fransen weer binnengehaald.
1795 18 maart werd een vrijheidsboom geplant die door 28 burgers werd gedragen van de voogdij over de Zwamaeckerstraat naar de markt.
1795 28 juli is de Roer zo hoog geweest dat de gehele hamvelden onder water stonden en de grote brug die dat jaar net gemaakt is is weggedreven.
1798 2 juni hebben de Fransen aan geestelijken het mis lezen, preken, biecht horen, dopen en begraven verboden.
1798 22 september hebben de Fransen hun nieuwjaarsfeest gevierd met grote pracht en luister. S' Avonds werd geïllumineerd.
1800 12 maart zijn de priesters terug gekomen.
1802 26 augustus hebben wel 100 burgers geholpen met het schoonmaken en versieren van de grote kerk. De volgende dag was er om 10 uur een mis met Te Deum. Er heerste de hele dag grote vreugde in de stad. S' Avonds was alles geïllumineerd. Daarna hebben de priesters hun dienst weer gedaan als vroeger. 8 september heeft de pastoor een muziekmis gedaan in de kapel.
1814 14 januari zijn de Fransen uit Roermond vertrokken en de 17e, 's avonds om 5 uur, zijn de Russen aangekomen.

 Ziet u slechts 1 pagina?
klik hier voor de volledige website
"Voorouders uit Midden-Limburg"