Allerlei dingen In Roermond in de 17e en 18e eeuw

In dit hoofdstuk lezen we over diverse dingen die betrekking hebben op de periode 1600-1800 in Roermond. Zo staan er maatregelen in verband met ziektes als pest en dysenterie. Wat deed de Magistraat na de tweede grote brand in 1665 en hoe kwam de stad er weer boven op. Er staan maatregelen die verband houden met het weer: hoog water, extreme droogte of warmte of koude. Hoe werd er omgegaan met (andere) religies, of met zieken, melaatsen, armen, wezen. We zien dat er hulp wordt gegeven aan andere steden waar stadsbranden waren, en hoe katholieke parochies van buiten de stad gesteund worden bij bijv. het bouwen of verbouwen van kerken. Ook zijn er protectionistische handelsmaatregelen: geen vreemd bier, fruit. Geen molenaars van buiten de stad. Veel meer nog, niet altijd in onze ogen sociale maatregelen, maar steeds herkenbaar. We zien dat veel problemen van onze tijd ook al in die tijd actueel waren.

Paasmaandag 1606 veel stormschade.
7 Juli 1608. Het 12 jarig bestand afgekondigd.
1608. Weer veel pestgevallen.
4 Januari 1618. Jan Humar zal worden gebannen en door den beul de stad uitgeleid wegens zijne menigvuldige overtredingen- Hij wordt begenadigd en zal orphede doen. Hij zal zich voortaan godvruchtig gedragen, "der dronkenschap enthalden, mit sijner huijsfrouw in liefde en eenichheid leven" enz.
6 October 1618. Geen vreemde melaeten in de stad.
3 Februari 1622. Daar er groot water en ijs is en bij het afgaan van het weder nog grooter water te wachten is, zal men dus geen visch kunnen bekomen voor den St. Peters maaltijd.
19 October 1628. Weer pest. Blikken op te slaan aan de geïnfecteerde huizen; ook een pestdrank te maken en een kaars van drie pond te stellen in de kerk van de Societeit Jesu, ter eere van St. Ignatius.
24 Juli 1631. Dries Aben en Hieronymus Walrah zullen de pestlijders begraven tegen "25 stuvers des daeghs"
28 Augustus 1636. Op het rekest van de Melaeten woonende te Swalmen, geantwoord dat iedere stad en dorp hare melaeten zal dienen te onderhouden.
10 Maart 1639. Geene vreemde melaeten binnen de stad om aalmoezen in te zamelen, als eens in de veertien dagen op donderdag.
1 Juni 1651. Aan Swalmen tot vernieuwing en reparatie der kerk 30 voeder kolen en 30 mudden kalk.
3 Juni 1656

  1. Aan de poorten te zetten personen, die de inkomenden aanteekenen.
  2. Alle bedelaars een teeken (insigne) geven.
  3. De huizen bezoeken, die aangerens zijn en waarin hooi of stroo geborgen
  4. De pelen te vegen
  5. De spuiten te visiteeren
  6. De emmers en ladders te visiteeren.
  7. Niemand zal na 10 uur tappen.
Geselbord RoermondGeselbord, Roermond, gemeente-archief Venlo. In Roermond waren buiten bij de poorten ter afschrikking van landlopers, zigeuners e.d. zogenaamde "geselborden" geplaatst. In 1713 werden ook dergelijke borden aan de Venlose stadspoorten gehangen (bron: Publications 1988 artikel over landloperij Venlo 18e eeuw Rob Camps)

1 Februari 1657. De tappers mogen allen tot 9 uur 's avonds tappen; wie na negen 's avonds over straat gaat, moet licht bij zich hebben; niemand zal mogen schutten of vangen de bruidegoms en bruiden over straat gaande; 's nachts of 's avonds geen vuur op de straten; geen fooien te geven aan voijjagers.
1657 en 1658. Diverse keren wordt gesproken van de notoire armoede van de stad. Op extra dingen zoals huldebetuigingen aan hoofwaardigheidsbekleders wordt bezuinigd.
11 Juli 1658. Het armenweeshuis is bijna ledig; de weinige kinderen zal men bij goede lieden uitbesteden. (het weeshuis wordt 12 september verkocht)
10 October 1658, Vanwege de stad zullen met de andere steden alle moeite gedaan worden tot afwending der nieuwigheden, als het introduceeren van meerder getal Raeden Costumiers.
Blijkbaar is er sprake van dat raadsleden van overheidswege een apart kostuum op kosten van de stad moeten gaan dragen?
1 Juli 1660. Theunis Janssen en familie uit de stad gewezen; evenzoo met van Vucht achter de Muur en zoon.
12 April 1661. Eenige families zijn genegen om hier te komen wonen, om "wullen lakenen" te maken, mits zij genieten eenige vrijheijt.
In Roermond, Maaseik en Weert was er tot omstreeks 1500 een bloeiende lakenindustrie met veel export. Daar was inmiddels behoorlijk de klad in gekomen)
12 Mei 1661. Ordonnantie op het inbrengen van vreemde bieren, daar de burgers in den zomer gaan naar de Broekhen, Leeuwen, op gen Broeck, aen de Capelle, in den Weerdt gaan om Luijker, Guijliker, Weerdter bier te drinken, waardoor de accijnsen geschaad werden.
22 Juli 1661. Wegens de grootte hitte op de putten aangezegd, dat elk voor zijn deur zal hebben te stellen een emmer water. De putmeesters moeten putcuypens vol water staende op goede sleyden voorradig hebben met haken, brandladders enz. Behoorlijke wacht aan de poorten
3 November 1661. Den vele vreemde Melaatschen, die hier bedelen, waardoor de portien voor de schamele armen te kleiner vallen, wordt verboden, dat zij zonder permissie omgaan.
19 April 1663. Er zullen geene borgers in de Ampten geadmitteerd worden dan oprechte Roomsch-Catholycke.

Stadsbrand 1665

31 Mei 1665. In festo SS. Trinitati wesende op Kermesdagh is den generaelen deerlijcken en de ongeluckkigen brandt deser stadt geschiet waer van ons een Almogenden in 't toekomende gnadelijck gelieve te bewaren. Ook de H. Geestkerk brandde o.a. geheel uit, zoodat slechts de naakte muren bleven staan.
13 Juni 1665 (samenvatting:) vrees voor dieverijen. Niemand den inganck binnen deze stadt en sal worden toegestaan als versien wesende mit geloofweerdighen schijn.
17 Juni 1665. Geene stroodaken meer te maken.
18 Juni 1665. De stad koopt 40000 leiën. Er worden geen belastingen meer geheven, ook geen poortgeld. Niemand zal bouwen zonder goedgekeurd model. De raad zal elken dag in deze bezwaarlijke tijden te 9 uur vergaderen. Herndrik Bovies, tichelbakker zal 10 of 12 steenovens bakken om onder de inwoners verkocht te worden.
20 Juni 1665. Niettegenstaande het Hof van ZHwg. verbrand is, blijft hij gaarne bij zijne verarmde burgers, om ze te assisteren en om te betoonen, hoe aangenaam dit den Magistraat is, zal deze een jaar huur betalen.
22 Juni 1665. Door de assistentie, die aan de burgers verleend wordt, terwijl zich nu vele vreemde bedelaars in de stad ophouden, zoo zal men een visite brengen aan alle huizen ten einde die op te sporen. De burgers wordt bevolen de steenen die de passage hinderen te verwijderen.
24 Juni 1665. Men zal aan de staten vrijdom van tollen vragen. Voorslag (voorstel) om te timmeren tot minste costen, meesten cieraat, gerieff en verzeecjkerheijt voor vier en brant. De huizen af te daken naar de straat en naar de andere zijde op de achtererven. Ieder moet met kanalen zijn achterwater straatwaarts leiden, waardoor seperaties tegen brand zullen zijn; hierdoor zal men geen loden goten behoeven te leggen (enz.)
27 Juni 1665. Alle huizen en kelders zullen gevisiteerd worden wegens de vreemdelingen. Die van Swalmen en Asselt zullen dienen in de voornoemde straten.
28 juni 1665. Nu men karren genoeg heeft, is de verdeeling overgelaten aan den schepen Du Pree en borgemeester Berckeler. Men neemt besluiten om spoedig den drek van den brand kwijt te worden. Men laat niet toe gaten te graven in de straten, om aan zand te komen.
13 Juli 1665. De drek is bijna geheel van de straten. Men zal alle putten in pompen veranderen. In plaats van sleden bij de putten zal men maken bakken met raderen. Men schrijft naar Rotterdam om den prijs van greijne balken, ribben enz.
24 September 1665. Z. Hoogheid de Prins van oranje en de Gravinne van Boxmeer geven vrijdom van hunne tollen.
8 April 1666. De bezitters van paard en kar zullen 2 dagen dienen, om den drek van de straten te halen. Daar men reeds ongelukken gehad heeft met uitgebrande en ruïneuze muren, zullen allen die niet recht staan afgebroken worden. Ordonnantie tegen dieverij.
23 Juni 1667. Opdracht tot repareeren van de poorten.

1 Augustus 1668. Er zijn besmettelijke ziekten in de naburige plaatsen.
10 September 1671. Het derde deel der stad is door oorlog, logementen, brand en pest niet opgetimmerd.
20 Februari 1676. De vreemde bedelaars worden de stad uitgewezen.
9 Juli 1676. Afgebrande huizen te Swalmen.
23 Juli 1676. In de broodbongard zal een huisje gemaakt worden tot bewaring eener zinnelooze vrouw.
21 December 1676. Allerhande vreemde duiten worden ingebracht; de stadsbeambten zullen geene vreemde duiten meer aannnemen.
13 April 1677. Niemand zonder licht na 8 uur op de straat. Na acht uur niet te tappen.
18 Mei 1678. De vrijheer van Hillenraedt herbouwd zijn bouwhof tot Asselt en kan kalk en kolen te Asselt lossen (Verbouwing Asselter Hof)
16 Februari 1680. Mismaakte personen zullen niet meer door de kerk gaan om aalmoezen, wel aan den deur of den hoek.
13 Februari 1681. Niemand zal tappen na negen uur des avonds.
27 Januari 1684. De inwoners zullen met den Vastenavond binnen noch buiten violen spelen of zich verkleeden.
25 Mei 1684. Door de baders en zwemmers worden vele schandaelen en ongeoorloofde actien bedreven, waardoor eene geheele gemeente de gramschap Godts op haar zoude trekken; men verbiedt het zwemmen en baden bij openbare plaatsen.
5 Januari 1685. Scholtis, burgemeesters, Schepenen en raad der stad Roermond bevindende dat de granen (God betert:) door de steriliteyt van deze jaere, sluytinge der rivieren en de incommoditeyt van de wegen, niet alleen tot eene hooge dierte en sijn geraeckt, maar dat oock die coorenhandelaers en de andere in dese miserabele conjuncture hunne solders niet en willen openen, hunne vruchten voor den behoorlijcken prijs verweijgeren en de om den selven te doen opgaen en de verhoogen verbergen of te loochenen, waerdoor die arme burgeren en de inwoonders ten uytersten worden verdruckt ende geangustiert, om tegens dese straffbaere handelingen naerbehooren te versien en de meerdere swarigheden voor te commen, is gerecesseert, dat de Scholtis neffens twee schepenen ende eene secretaris sonder eenige conniventie, de solders van devoort, voor coopers ende deselve voor den prijs bij de geswooren aangeven ende geregistreert ende een ieder mit malder, halven, sesters ende vaten naer hunne gelegenheijt te gerieven, te doen uytmeten enz.
Kort gezegd komt het hier op neer dat er gespeculeerd wordt met voedselprijzen (zolders met voedsel blijven dicht) wat ten koste gaat van de burgers.
12 April 1685. De magistraat verbiedt aan de religieuzen en kloosters vreemde schilders en beeldhouwers te gebruiken.
13 Juli 1685. Allerlei soorten van kersen, gezodene appelen worden verkocht, de magistraat verbiedt morellen, kriekelen, welsche kersen te verkoopen. De verbodene fruijten zullen in de Roer geworpen worden.
30 Januari 1686. 's Avonds na 10 uren mag niemand zonder licht op straat gaan.
5 September 1686. Geertruyd Hermans, Lazarinne (melaatsche) zal haren man naar Swalmen volgen en zal dan binnen deze stad om aalmoezen mogen gaan.
6 Juli 1690. De Blaete vrouw (melaatsche) in het stadhuisken bij den Godsbongaert wonende, zal binnen 24 uur de stad moeten verlaten.
3 Augustus 1690. De geestelijkheid en verscheidene welgefundeerde mans en vrouwenkloosters bezitten de helft der stad, wijl zij na den ongelukkigen brand verscheiden erven tot zich getrokken hebben. Verscheijdene huizen staan ledig en onbewoond, de Heeren van 't Capittel en van den Raad bewonen de beste huizen en genieten vrijdom. Deze bezitten ook een vierde der stad, zoodat het verdere vierendeel door burgers en anptsbroeders bewoond wordt, waarvan de helft onvermogend is. De brouwgebouwen, om de stad Niel, Aengebroeck, Leeuwen, Herten, Ool bederven de accijnsen der stad. Daarom vraagt men aan Z.M. voorziening in dien toestand.
19 November 1691. This Heijligers van de gereformeerde religie heeft de zalige resolutie zich te bekeeren. De gereformeerden zoeken hem daarvan af te brengen, daarom wordt hun verboden het huis te bezoeken op straf van 10 goudgulden.
17 April 1692. De Swalmer mulders wordt verboden graan in de stad te halen om te malen.
4 Maart 1694. Wegens het ontuchtig leven van een vrouwspersoon, wonende in het armenhuisken recht onder het klooster van Godsweert en in hetzelfde straatje, gelast deze vrouw in apprehensie te nemen en ze te vervolgen.
14 September 1701. Aan jacobus Crijn, die "naeckt en de bloot gesien," 4 ellen laken tot eenen rok.
29 Februari 1704. Huibert Panhuysen, Schepen der Stad Maastricht, rekwesteert; heeft octrooy bekomen om van Maastricht naar Nijmegen den postwagen of diligence op te richten van de Staten Generaal. Nu vraagt hij om een dagelijksche diligence of postwagen visa versa van Aken op Roermond te kunnen laten loopen. De magistraat geeft verlof daartoe.
8 October 1706. De predikanten zullen dezelfde vrijdommen van accijnzen genieten als de patroons en andere geestelijken.
20 Juni 1709. Op sint Jan zal men, om de oorlogstijden en duurte, geen kronen op de straten hangen noch dansen.
18 September 1710. Op de veldstraat zal men een pomp stellen in plaats van een put. Nieuwe pomp in de Steegh.
22 October 1711. Instructie voor Francis Albert van der Vooren als directeur van alle lanternes der stad Ruremonde.

  1. Zal hij op den olie letten en toezien dat deze niet verkwist wordt.
  2. Er zal goede lemmet gekocht worden
  3. De lampen moeten op behoorlijken tijd aangestookt en schoongemaakt worden.
  4. De lantarens moeten recht op de posten staen en in de armen hangen
  5. Hij zal de ambtenaren nagaan, die met het aansteken belast zijn.
  6. Alle acht dagen zal hij visitatie houden bij dag en bij nacht of alles wel gezuiverd is en de lampen klaar branden.
  7. De lantaarnen zullen telken jare voor den winter opgezet worden en na den winter afgenomen worden.

23 Juli 1716. Hoog water, veel gras bedorven.
2 Juni 1718. geen 's Janskroonen op te hangen en water voor de deur te plaatsen, wegens de excessieve hitte. (brandgevaar!)
11 December 1721. De portierster van de Craenpoort klaagt, dat zij haar pacht niet kan betalen door den langdurigen hoogen waterstand.
9 Februari 1722. Vonnis waaruit blijkt dat bezittingen van Gereformeerden en arme Gereformeerden zelf vervoerd werden naar Stevensweert.
(Stevensweert is een van de plaatsen in de buurt die Staats is gebleven na het barriëretractaat. Blijkbaar zijn de meeste gereformeerden daar heen vertrokken, waarbij voor de armen vervoer is geregeld.)
6 November 1723. 25 Pattacons voor de arme afgebranden der stad Weert.
5 Juli 1724. Zaterdag. Alle kwartieren worden opgeroepen tijdens het richten van de misdadigers aan de Kapel, de halfman van Roerbosch zal met een kar en twee paarden om 8 uur voormiddag op de markt verschijnen om de misdadiger te vervoeren naar Kitsenberg, omtrent de kapelle in 't Zand. De naburen van Roer zullen om een uur 's middags Vrijdag het gericht opzetten aan onze Lievevrouw in 't Zand. De keuters omtrent de Kapelle zullen vrijdag bewaren de ladder, behoorende bij het gericht. De gemeentedienaren zullen op het stadhuis komen.
20 Februari 1726. Aan een gewezen Lutherschen predikant, die zich bekeerd heeft 2 pattacons.
23 September 1726. Aan de ongelukkige afgebranden te Susteren 50 pattacons.
23 Mei 1731. Christoffel Jacob Dirix, Scholtis, heeft in zijne laatste ziekte verschillende Heeren van den Magistraat laten roepen. Hij heeft hun verzocht, wijl zijn zoon Gerardus, dien hij Scholtis wilde maken, overleden was, hij nu zijn tweeden zoon Anthoin Adriaen Dirix wel voorloopig wilde benoemd hebben, 't was maar alleen, om de loopende zaken te bezorgen. Hij wist wel dat deze door zijne zwakheid en mismaaktheid er niet toe geschikt was, maar wilde later het pandrecht of dezen post aan een anderen geschikte overlaten. De Magistraat adviseerde gunstig onder die voorwaarde op 22 Juli 1730. Maar de nieuwe Scholtis, eenmaal benoemd, presenteerde zich op algemeene vergaderingen, bij solemneele processin en diensten en maakte hen "ridicijl", waarom ze hem weg wilden hebben. De scholtis beloofde daarop niet bij de processie te komen en wilde weten, welke vergaderingen hij niet moest bijwonen. De burgemeester zou hem deswege inlichten.
11 Februari 1734. Verbod van maskerade met vastenavond.
17 Maart 1735 Bijdrage voor de arme, afgebranden te Vlodrop
21 Mei 1735 Razende wolven bijten beesten rondom de stad.
28 September 1739 Groote brand te Susteren op 22 September. Honderd en tien woningen zijn afgebrand. De magistraat geeft 100 gulden
9 November 1739 Joannes Boursij, apotheker, zal de medicijnen voor de stad leveren voor een gulden 's jaars, en zal vrijdom hebben van inlegering, stadslast enz., wel te verstaan, dat voor de medicijnen hieronder vermeld afzonderlijk zal moeten worden voldaan, nl.: Lapis porci, Bozoar orientalis et occidentalis, Quinque lapidum pretisororum, Margaritae, Ribethaa, Moselius, Ambra Grisiae vel eius essentia, Cinabrum nativum, Unicorni fossile, ol: cina momy, Ligni Rhody, Scorpi onum Matheoli, Nucis muschatae, Macis di stellata Thereacac Caelestis, Ligni aloes, Tinctura Bezoarctica, Pulvis Comitissae de Kent, Marchionis, Pannonicus, Guttetiae Cacheticus quercitany species Diambrae, Liberantis, Laetitiae Gall, Confectio Alkermes, Hiacinthorum, Smaragdini et eius genera. Nuces muschatae Consitae Sal viperarum, Wyn en brandewijn.
3 December 1739 Request van Johan Bernard Schatsel, om aangesteld te worden als chirurgijn van 't groot Hospitaal Generaal. Het hospitaal was pas opgericht. Conditiën voor J.B. Schatsel:
Operatie van het trepaen met de bandagie in plumacol, item voor alle soorten van fracturen met bandagie en charpie 4 gl. 16 st.
Voor een disloratie van arm of been of schouder met bandagie 2 gl. 8 st.
voor allerhande aposteemen, uceratiën, lanighheden, verstijfde ledematen, verkrompen zenuwen, zweeren, gesteecken, geschoten gehouwen wonden met ofte zonder caries ossis, verbranden 1 gl. 12 st.
voor een parasynanche of uitwendife halsgesweer en bandage 1 gl. 12 st.
voor een hessich geswel in den gorgel 16 st.
voor een polypus nasi ofte eenigen anderen uitwas 3 gl.
voor een exstirpasie of affsettinge van ledematen 6 gl. 8 st.
voor een allergrootste canchreuse accident 4 gl.
voor genesing van het panaritium met bandagie 16 st.
voor het genesen der uytwendige tacken ofte homorroides 12 st.
voor het coppen oft ieder cop te zetten 1 st.
voor yder aderlatingh 3 st.
voor het uittrekken der tanden per stuk 3 st.

6 Juni 1743. Wanneer Maria Cox op het Stadhuis of aan huis van een der Raden hare sottiglieden zegt en lastig valt, zal ze 6 weken op water en brood gesteld worden.
5 sept. 1743. De roode loop grasseert. Verbod van cappuskoolen, witte en gele pruimen te eten.
28 Maart 1748. De schrijnwerkers klagen dat de messemakern Jan Baptist Erix een vreemden arbeider houdt om de laden der snaphanen te repareeren; deze arbeider moet weg.
18 Mei 1748. Door sterfte is veel hoornvee verdwenen. In het hospitaal heerscht eene ziekte.
6 Juni 1750. Overstrooming der Maas.
6 Mei 1751 Te Brüggen zijn afgebrand 30 huizen en het klooster.
11 Augustus 1752. Bij het schijfschieten schoten Philip Hillen en Jacob Jansen een koe van hendrik Sevens dood. Zij moeten die betalen.
3 Juli 1755. De jaarlijcksche rekening der stad zal als volgt opgemaakt worden:
Ontvangsten:
I Bieraccijns II Accijns op etenswaren III Tol der stad IV Superplus of een penning en havengeld V meelwaag, accijns op 't gebouw VI Vleesch accijns VII Brandewijn accijns VIII Wijnaccijns IX Amptaccijns X Hopaccijns XI ijzeraccijns XII Kolenaccijns XIII Wijnschroderijen XIV Bierwagen XV IJken gewicht XVI IJken maten XVII Korenmaat XVIII Marktschip XIX Stadsvisscherij XX Pruisische majt. vraag. XXI Koeweide XXII Landschat, huishuren servijsgelden XXIII Hatenboer enz. XXIV weggeld XXV Stratendrek XXVI Borgerschap en lederen emmers XXVII Kazernegoederen XXVIII verkocht hout, stadsstalling en onvoorziene ontvangste.
Uitgaven:
I Renten II Lijfrenten III Cijnsen IV Subsidiën V Costen van den Staeth VI Costen regeering, gagiën kleeding, proces kosten enz. VII kosten troepen VIII aalmoezen, parochie, scholen hospitaal, koralen, musi'kanten der kerk, doctor, chirurg, apotheker, wijsmoeders, onderhoud uurwerk, orgel, schoolmeester, Godsboomgaard IX Publieke werken X Casernegelden.
10 Juli 1755. Den 4 Juni is te Maastricht eene vrouw onthalst die op den 17 Mei te voren haren eigen man met een mes had doodgestoken. Zij werd daarna in eenen zak gestoken, op eene slede naar de Maasbrug gesleept en alzoo in de Maas geworpen. Dat lijk spoelde meer dan een maand later hier aan.
7 November 1757. Besmettelijke ziekte der hoornbeesten.
5 Januari 1758. Belooning van den doctor en chirurgijn voor hunnen diensten tijdens de dysenterie.
19 Januari 1759. Generale jacht op de vagebonden.
21 Mei 1759. Doorbraak tusschen Roer en Maas, waardoor de Maas "eenen nieuwen cours schijnt te willen nemen."
11 Februari 1762. Men zoekt Davielle, ouds 21 jaar, lang 5 voet 3 duim, mank, dragende een degen en een beurs in 't haar, eenn kleed van grijs laken, rood vest, broek van Ras de St. Cire, op verzoek van den Scholtis-ambtman van Brussel J.P. Hodij.
21 Januari 1765. Geen maskarade of Roeraregecken op straat.
31 Juli 1766. Marie Francoise Liberge, huisvrouw Francois Retournez, welke in de koninklijke Academie van Parijs hare konste geleerd had, welke te Parijs, te Maastricht en Verviers gewerkt heeft, wordt als eerste vroedvrouw aangesteld voor 60 pattacons 's jaars, drie voeder colen, de borgerschap en vrijdom van alle lasten.
4 Juni 1771. Maatregelen tegen de schaarschte der granen.
17 October 1776. Door een hevigen stormwind valt het huis van Joannes Mulders te Swalmen om.
31 Augustus 1778. Brand der huizing van Joes Corens te Swalmen onlangs geschied.
24 Februari 1780. Te Maasbracht zijn de beesten van Hendrik Crebber gestorven en de wind heeft zijn huis omgeworpen, daarom krijgt hij een aalmoes.
30 September 1780. Besmettelijke of dysenterie regeert.
22 Februari 1781. Te Swalmen is 1 Februari jl. afgebrand het huis der kinderen Stoffer Naus. Aalmoes.
5 Juni 1783. Men zal met Kerstmis geen pijpen in de Hal rooken, om de winkels aldaar niet in brand te steken.
19 Juli 1783. Er wordt een misdadiger gericht op den Bonenbergh omtrent den Rourderweg. De halfman van het Muggenbroek zal met zijn kar met twee paarden, tegen Maandag-morgen vroeg bij het opengaan der poorten het gericht komen halen dat op den Bonenberg geplaatst zal worden, tegen dinsdag zal volgens de Ordonnantie van 20 Februari 1687 met een karre met twee paarden op de Markt verschijnen, om den misdadiger weg te brengen. De inwoners van Roer zullen 's Maandags om 9 uur het gericht opbouwen. De portiers, nachtwakers en boden zullen den 22n om 8 uur op het raadhuis komen; zij zullen 's Maandags die van Roer helpen
5 Maart 1784. Door de veeluydens is een zieke vrouw uit den Roermondschen Weert Buitenop neergezet; werd door de koude bevangen, ze kan volgens rapport van den chirurgijn Rousseau vervoerd worden, nadat ze in de Keulsche kar aldaar verpleegd is. Zij zal naar het naaste dorp harer reis vervoerd worden.
14 Juni 1784. F.C. Smabers, licentiaat der medicijnen, mag medicijnen aan de arme zieken voorschrijven.
10 Februari 1785. Andries Bloemers, inwoner van Swalmen, brandt af.
11 Augustus 1785. Hendrik Beurskens te Swalmen brandt af.
24 April 1786. Conrard Gerards is schatheffer te Swalmen.
5 Maart 1791. Geen bals of mascaraden dezen vastenavond.
8 October 1792. Bij huwelijken niet te schieten met geweren.
18 November 1793. Hendr. joosten en Wed. Frans Peeters en Anna Coenen wed. Willem Peters zijn 27 Oct. afgebrand te Swalmen.
7 Maart 1794. Andries Bloemers' huis is 4 Nov. te Swalmen afgebrand.

 

 Ziet u slechts 1 pagina?
klik hier voor de volledige website
"Voorouders uit Midden-Limburg"