Bisschop Lindanus van Roermond

Zie ook:
Geschiedenis Roermond door Habets
Beeldenstorm in Roermond
Stadskroniek Roermond 1566
Brief Oranje 1572
Plundering Roermond 1572
Godsdienstige regels in het bisdom Roermond 1570-1794
Belegering Roermond 1577
Volledige website voorouders uit Midden-Limburg

In Roermond heb je de bisschop Lindanussingel. Met name in de 19e en 20e eeuw werd de voormalige bisschop van Roermond min of meer vereerd. Het katholicisme had gezegevierd en wilde een plaats veroveren in de Nederlandse gemeenschap. Architect Cuijpers bouwde in vrij korte tijd meer dan 60 kerken door geheel Nederland die deze triomftocht symboliseerden. Het rijke Roomse leven bepaalde in die tijd tot meer dan een eeuw daarna, zo tot ongeveer 1970, het culturele leven van Limburg.

Dit is niet altijd zo geweest. In de 16e eeuw begon in het huidige Nederland en België de reformatie het eerst in de Zuidelijke Nederlanden, vooral in België dus. Steden als Antwerpen en Gent waren voorlopers, maar ook in Limburg waren er al snel veel aanhangers. Daarnaast was Friesland een broeinest en Lindanus, bekend om zijn ijver om alle ketterse uitwassen de kop in te drukken, werd daar aangesteld. Hij beijverde zich dat er in de diverse parochies weer gebeden werd, de bijbel gelezen enz. Bij het concilie van Trente, de reactie vanuit Rome op de onrust van de hervorming, werd een aantal maatregelen genomen. Men besloot dat bisschoppen theologie gestudeerd moesten hebben. Dat was een slag in het gezicht van de adel. Tot dan toe was het gebruikelijk dat zij bepaalden wie ergens bisschop werd. Een theologische studie was helemaal niet nodig, je moest vooral goed zijn in oorlog voeren en politiek bedrijven. Diverse bisschoppen lapten ook het celibaat aan hun laars of hielden er in ieder geval maitresses op na. Van belang voor de adel was dat de grotere machtsverhoudingen niet al te veel zouden verschuiven, de hogere adel met name maakte onderling uit wie er bijv. bisschop werd als er weer een zetel vacant was. Met de nieuwe maatregelen van de paus vreesde deze dus in zijn macht aangetast te worden.
De volgende maatregel van de paus was een nieuwe indeling van de bisdommen. Tot dat moment liepen de grenzen van de bisdommen en de grenzen van de graafschappen en vorstendommen heel vaak niet parallel. Keizer Karel V zinde dat al niet. In het begin wilde de paus niets weten van de wensen van de keizer, maar nu het overal broeide en het katholicisme onder zware druk was komen te staan ging hij overstag. Karels opvolger Philips II wilde een waar voorvechter van het katholieke geloof zijn en nu liepen de wensen van kerk en staat dus opeens wel parallel. Zo werd besloten om het aantal bisdommen om te beginnen flink uit te breiden. Het belangrijkste bisdom in het noorden was van oudsher het bisdom Utrecht, waar vrijwel heel Noord- en Midden-Nederland onder viel. Daarnaast had je het bisdom Luik, dat besloeg zo ongeveer de huidige provincie Luik + een groot deel van Limburg en Brabant. Een klein deel van het huidige Nederland viel onder Münster of Keulen. Een van de nieuwe bisdommen zou het bisdom Roermond worden, zo werd besloten in 1562. De paus benoemde Lindanus, die net tevoren benoemd was als deken van den Haag. Met hem zou de onrust in het huidige Limburg wel eens snel beteugeld kunnen worden. Maar het duurde uiteindelijk nog 7 jaar voordat Lindanus echt geïnstalleerd kon worden. Als er in 1666 geen beeldenstorm was geweest, die de koning van Spanje, Philips II, nog fanatieker maakte, dan was het er misschien wel nooit van gekomen. Want met name de stad Roermond bleef de installatie van Lindanus tegenhouden. Er werden allerlei argumenten, meest van procedurele aard bijgehaald: men was niet betrokken geweest bij de keuze van Roermond tot bisdom, zoiets hoorde toch ook goedgekeurd te worden door de andere onderdelen van het hertogdom Gelre (Arnhem, Nijmegen, Zutphen) enz. De stadhouder van Gelre liep mee aan de leiband van de landvoogd in Brussel, maar de andere bestuurders, met namen de staten van Gelre, schaarden zich aan de zijde van de magistraat van Roermond. Een rapport in 1563 gemaakt door de stadhouder leverde op dat er in Roermond de laatste jaren steeds minder mensen naar de kerk gingen en dat er ook bij de magistraat veel personen van verdacht allooi waren. (Lees: met ketterse sympathieën.)

Pas toen Alva op het toneel verscheen veranderde de houding. Roermond had na de beeldenstorm aan gereformeerde predikanten de sleutel van de parochiekerk gegeven, maar toen Alva er aan kwam vluchtte de nieuwe dominee. En zo ging het op de meeste plaatsen. Sommige steden openden van te voren al uit angst de poorten om afstraffing te voorkomen. Alva liet grondig uitzoeken wie allemaal ketterse sympathieën had. De meesten waren gevlucht. Zij die opgepakt waren werden ondervraagd. Doordat de teksten van deze processen deels bewaard zijn gebleven kun je een goed beeld krijgen van de drijfveren die de gewone man had om zich aan te sluiten bij de nieuwe godsdienst. Een inwoner van Maaseijck van 26 jaar, Pauwels Leyssen, vertelde bijv. dat hij was verwond door een plaatselijke schoenmaker van Maaseijck en daarover een proces ging voeren. Een van de getuigen was de pastoor die naderhand de biecht had afgenomen bij de schoenmaker en vond dat er verder nu niets meer te vereffenen viel, waardoor hij het proces verloor. De betreffende pastoor had kinderen van zijn dienstmaagd en was een dronkenlap. Verder stond hij bekend als een twistzieke vechtersbaas. Hij kwam daarna in contact met twee vrouwen uit Gulick die vroom leefden en veel bijbel lazen. Zij hebben hem een keer meegenomen naar een preek in Echterwald. Zo was hij in contact gekomen met de nieuwe godsdienst. Klik hier voor de complete ondervraging van Leyssen in pdf-formaat

In 1569 kon Lindanus dan eindelijk geïnstalleerd worden. In de jaren daarna werd het gebied al heel snel oorlogsgebied, soms waren er troepen van de geuzen (o.a. Willem van Oranje), dan weer waren Spaanse troepen in de buurt. Steden werden belegerd, ingenomen, geplunderd (Roermond in 1572 door Willem van Oranje). Dat ging zo nog een hele tijd door. Toen in het gebied van Roermond uiteindelijk de Spanjaarden weer stevig de touwtjes in handen hadden kon Lindanus, die eerder diverse keren moest vluchten, pas echt iets gaan opbouwen. Hij legde zo de basis voor de contrareformatie in die gebieden en werd na enkele generaties, toen men niet meer beter wist, uiteindelijk symbool van de "goede" katholieke kant.

Korte levensschets van Lindanus

Lindanus (Willem van der Lindt) werd geboren in 1525 in dordrecht en stamt uit een adellijk geslacht. Zijn vader was Damas van der Lindt. Op 12-jarige leeftijd bezocht hij de latijnse school te Meer, een dorp bij Hoogstraten in Brabant. Deze school werd bestuurd door de broeders des Gemeene Levens. Op 15-jarige leeftijd ging hij naar de universiteit van Leuven, studeerde filosofie, Griekse en Hebreeuwse talen en theologie. Na een zesjarige studie ging hij verder studeren in Parijs en studeerde daar Frans, Grieks, Hebreeuws en bekwaamde zich vooral ook in de Talmudische geschriften. In 1552 werd hij in Leuven tot priester gewijd. In 1554 werd hij tot professor in de theologie in Dillingen benoemd. In 1556 werd hij door koning Philips II tot aartsdiaken van het bisdom Utrecht van de Friese gewesten benoemd. In 1560 werd hij deken van het kapittel in den Haag met het voorrecht zijn andere ambten te mogen behouden. In 1563 benoemde Philips II hem tot bisschop van Roermond, 4 april werd hij in Brussel tot bisschop gewijd, op 37-jarige leeftijd. In Roermond bleek hij echter niet welkom, de magistraat hield hem in samenwerking met de Staten van Gelre tegen. (uit een brief van Joachim Hopper bleek dat de schuld waarschijnlijk gezocht moest worden bij de oversten der gilden en bij de tienmannen, van wie velen weifelden in het geloof). Toen ging hij naar Den Haag, maar ook daar bleek hij inmiddels niet meer welkom. Pas 11 mei 1569 hield hij zijn intrede in Roermond, nadat Alva zijn gezag daar had laten gelden. Het kapittel van de domkerk, de geestelijkheid van de stad, de magistraat en een grote volksmenigte kwam hem tegemoet. Een schitterende processie voerde hem onder het luiden van de klokken naar de rijkversierde domkerk. Nog geen twee weken later, op 24 mei werd er al een eerste synode in Roermond gehouden. Nadat hij dat jaar en het volgende jaar vrijwel alle onderdelen van het bisdom bezocht had schreef hij een tweede synode uit. Met name in Weert was de toestand na de beeldenstorm nog steeds ernstig, vooral ook omdat Weert sterk onder invloed stond van de protestantse graaf van Meurs.

Toen Willem van Oranje in 1572 Roermond veroverde had Lindanus nog net kunnen vluchten. Toen eind october Willem van Oranje zijn leger afdankte en de Spaanse hopman Johan van Barlaymont de stad weer in bezit nam kwam Lindanus terug. Zijn paleis was verwoest. In 1576 lag het muitende Duitse regiment van polweiler in de stad, waardoor de bisschop via een kar met hooi stiekem moest vluchten, Via Meersen en Valkenburg ging hij verder naar Luik, omdat ook in Maastricht de toestand penibel was. Na enige maanden in Leuven vertoefd te hebben ging hij naar Rome en van daaruit naar de koning van Spanje in Madrid om de erbarmelijke toestand in zijn bisdom op het hoogste niveau te bespreken. Deze reis duurde van februari tot october. Inmiddels had Parma het Spaanse gezag in deze streken weer hersteld, nu keerde Lindanus via Frankrijk terug naar Roermond. De jaren erna ijverde hij zeer plichtsbetracht voor herstel van de katholieke tradities en goede naleving van de kerkelijke regels door de geestelijken. In 1585 bezocht hij opnieuw de paus in Rome. Terug gekeerd vond hij tot zijn schrik dat de verwildering alweer was toegeslagen. "De vijanden van God en kerk lopen dagelijks stelend en rovend het land af. Weinig pastoors zijn bij hun kudde gebleven, velen zitten in hechtenis of zijn verjaagd, anderen moesten zich door zware sommen vrij kopen. Nog onlangs vond men op het Guliks gebied een geestelijke vermoord en met afgekapte handen in een bos. Onze tegenstanders zeggen spottend dat zulks door tovenaars zou gedaan zijn om door middel van die handen de zwarte kunst uit te oefenen hetgeen wel eens gebeurt. Er zijn er ook geweest die de priesters het hart uit het lichaam scheurden en mee namen ten einde zich door toverkunst onzichtbaar te maken. Hopelijk is het leger van de koning weldra hier om die vuilnis van Engelse en Schotse rovers weg te vagen." (Knippenbergh, Cont. Hist. eccl. p. 56). In de twee jaren die hij daarna nog bisschop van Roermond was ging het in zijn gebied steeds beter. Intussen schreef hij ook nog talrijke boeken, grotendeels over theologische geschilpunten. In 1588 werd hij tot bisschop van Gent benoemd. Daar heeft hij slechts drie maanden zijn ambt kunnen vervullen, 2 november stierf hij. Zijn graf bevindt zich in de domkerk van Gent.

Bron o.a.: Geschiedenis der hervorming in het overkwartier van Gelderland, Dr. J.S. van Veen Publications 1908, het verzet tegen de installatie van Wilhelmus Lindanus, eveneens Dr. J,S. van Veen, Publications 1908
Geschiedenis van het tegenwoordig Bisdom Roermond deel II, Habets, pag.442-458

 

 Ziet u slechts 1 pagina?
klik hier voor de volledige website
"Voorouders uit Midden-Limburg"