Simons: generatie X en IX (1700-1770)

Grafische weergave stamboom Simons

Oorsprong familie

In een apart bestand kun je lezen over de speculaties van de generaties XII en XI m.b.t. de familie Simons. Hierna wordt hier ook nog iets over gezegd.

De familie Simons komt in mijn stamboom vanaf 1714 uit Beesel. Door te klikken op bovenstaande link zie je een overzicht van dat deel van de familiestamboom. Veel van de namen die hierna vermeld worden kun je daar op terug vinden.

Omstreeks 1690, en als ik me niet vergis in 1693 (zie later), wordt ergens Joannes Simes geboren. Waar precies? Ik denk het nu te weten, maar voer jullie eerst mee in mijn zoektocht en overwegingen. Om te beginnen: waarom heet hij Simes en niet Simons? Een van zijn kinderen staan later namelijk in het doopregister als Simes, de anderen als Simens, de volgende generatie pas als Simons. Eerst dacht ik aan een typische schrijffout van de pastoor, die voortkomt uit de Limburgse spreektaal: "Oh, det is d'r eine van Simes, neet?". Dat zouden ze tegen mij, Pieter Simons ook kunnen zeggen. Vader Simons kon misschien niet lezen of schrijven, dus wat de pastoor opschreef kon hij niet controleren. Toen ik veel meer met de naam Simons bezig ging zijn merkte ik dat ook in Swalmen de naam Simons, Simes en Simens bijna door elkaar gebruikt werden binnen een familie. Nog later bleek dat in bijv. Bracht (D) ook zo te zijn. De parochiegegevens van Beesel van de 17e eeuw zijn verloren gegaan. Bij de stichting van de kapelanie in Beesel op 2 april 1661 wordt o.a. vermeld

"noch ist dat de gemeinte komp te geven de Schans aen Jan Sijmons jaerelijcks 2 malder gerst 3 vate"
(Archief Parochie van de H. Lambertus te Reuver, doos A nr. 1)
.

Bij de stichting van deze kapelanie werd er heel veel grond ter beschikking gesteld aan de Kapelanie, de jaarlijkse opbrengst kon gebruikt worden om het onderhoud van het gebouw en de kapelaan te betalen. Het woordje "noch" moet je lezen als "alsnoch", te vertalen met "alsook", als onderdeel van een veel grotere opsomming. De schans, een verdedigingswerk voor de dorpelingen, kon blijkbaar ook geld opbrengen (op Smabers B4/37: kun je zien hoe de schans in 1781 nog steeds eigendom van de Capelanie van Beesel is). Maar terug naar de acte: in 1661 woonde er blijkbaar een Jan Sijmons in Beesel. Het is echter opvallend dat bij de "beestenschatting van 1695 in Beesel" (zie de kroniek van Loe giesen, www.loegiesen.nl) wel 2x Obroeck (de vrouw van Joannes Simes) voorkomt, maar geen enkele Simons of verbasterde vorm van die naam. Het lijkt er op dat dan in ieder geval geen Simons in Beesel grond heeft. Gezien zijn latere grote bezittingen is dat opvallend. Ook bij de taxatie van de schade door slecht weer van 1687 zien we niemand met een dergelijke naam. Daarom denk ik dat Joannes Simes niet in Beesel, maar ergens anders geboren is. Het is ook mogelijk dat de eerder genoemde Jan Sijmons van 1661 uit Beesel vertrokken is en dat Joannes Simes een afstammeling (kleinzoon?) is die omstreeks 1713 weer terugkeert. De naam Simons vindt je al zeker een eeuw eerder in Swalmen. In de 17e eeuw was Gertrudis Simons bijv. de vrouw van Joannes Quiten, de burgemeester van Swalmen. (gehuwd op 11 september 1642). Ook trouwden enkele vrouwen met de naam Simons met inwoners van Asselt. In Roermond waren o.a. enkele brouwers met de naam Simons. Na een tijd ontdekte ik in de kroniek van Loe Giesen dat in 1710 in Belfeld twee kinderen met de naam "Simes" het vormsel kregen toegediend: Girdru Simes en Lenardt Simes. Zij bleken uit Bracht, vlak over de Duitse grens te komen. Ik ging dus eens verder zoeken in Bracht. Deze Simes uit Belfeld/Bracht, waar ik meerdere generaties van heb onderzocht, bleek geen directe familie te zijn, maar na een tijd vond ik daar wel een andere Simons, nl. Anton Simons, met als oudste zoon Johann Simons. (Ook hier weer in sommige akten Simes!) Waar enkele zussen van Johann trouwden en begraven werden in Bracht was van deze Johann niet bekend wat er van hem terecht gekomen was. Hij is geboren in 1693. Joannes Simes uit Beesel trouwt op 19 juli 1714 in Beesel. Als het dezelfde Joannes is zou hij dan 21 jaar zijn, een normale leeftijd in die tijd voor een huwelijk. Het oudste kind van Joannes Simes (overigens jong gestorven), Jacobus Simons, werd gedoopt in Beesel op 10 december 1718 met als getuigen Godefridus Tichelbeckers en Catharina Pypers, voor Helena Cruijsberg uit Mulbracht. Mulbracht, andere naam voor Bracht, daar had Joannes dus connecties mee!
Helena op den Kreuzberg alias Mertens trouwde 9 mei 1668 in Belfeld met Heinrich Scheutgen. Het echtpaar kreeg in Bracht 13 kinderen. Twee zonen werden priester, zoon Cornelius werd pastoor van Bracht. De echtgenoot Heinrich Scheutgen(Scutgen) was schepen van Bracht, hij overlijdt 28 oktober 1717 in Bracht. Helena is heel vaak doopgetuige , zij overlijdt 2 oktober 1733 in Bracht. (Met dank aan Brigitte Tophoven).
Dit versterkt mijn vermoeden dat het om een en dezelfde persoon gaat. Zijn vader, Anton Simons, had een zus Elisabeth en een broer Hermann. Alle drie komen zij niet uit Bracht, ook niet uit Brüggen-Born, niet uit Kaldenkirchen, niet uit Breyell, de meest nabijgelegen dorpen in Duitsland rond Bracht. (Volgens Brigitte Tophoven die uitgebreid onderzoek doet naar families uit die gemeenten). Bij de geboorten van de kinderen van de drie "Geschwister" worden mannelijke "Simonsen" als getuige niet genoemd, hun vader was dus waarschijnlijk al overleden toen deze kleinkinderen werden geboren. Wel komt herhaaldelijk ene "Catharina Simons" voor, die niet te traceren valt. (Heette de oma misschien ook Simons? Verder is opvallend dat een van de dochters van Joannes Simes uit Beesel ook Catharina heet, dus als mijn aanname klopt is ze genoemd naar haar oma, maar wellicht ook tante, uit Bracht.)

Alle overwegingen op een rij:

  1. Joannes Simes was, gezien de beestenschattingen van de 18e eeuw een welvarende boer. Het is onaannemelijk dat de naam bij de beestenschattingen van 1653 en 1693 niet zou voorkomen. Dit suggereert dat de familie toen nog niet in Beesel woonde. Bij andere welvarende boeren zie je hun namen bij eerder lijsten namelijk wel.
  2. In de omliggende dorpen als Swalmen en Belfeld komt de naam Simons wel voor in de 17e eeuw, maar er is geen Joannes Simons te vinden die omstreeks 1690 geboren is. Slechts een persoon, Joannes Simons, gedoopt Roermond 28-9-1674 voldoet enigszins aan de voorwaarden. Het is vrij onwaarschijnlijk dat in die tijd een inwoner uit Roermond boer in Rijkel (buurtschap Beesel) wordt. Bovendien verwacht ik dat Joannes Simons later, omstreeks 1690, is geboren.
  3. Johann Simons uit Bracht is in 1693 geboren. Deze datum is perfect. Ook in aktes van de familie Simons uit Bracht komt enkele malen de verbastering Simes voor.
  4. Bij de zus Cornelia van deze Johann zien we als getuige Catharina Simons. (Dit zou zowel de grootmoeder van Johann uit Bracht kunnen zijn als zijn zus Catharina uit bracht.) We zien bij Joannes Simes uit Beesel twee keer de naam Catharina verschijnen. Bij de oudste dochter Theodora van Joannes Simes uit Beesel zien we als doopgetuigen Jacobus van Obroeck en Maria Smeets, voor Catharina Simens. Catharina Simens wordt vervangen. Waarom? Ik denk omdat ze in Bracht woont, dat is te ver. Waarschijnlijk de zus van Joannes. Nog een reden dat het kan kloppen!
  5. Een getuige bij de doop van de eerstgeboren zoon van Joannes Simes in Beesel is Helena Cruijsberg uit MulBracht (= Bracht). Dit is voor mij de sterkste aanwijzing dat Joannes Simes uit Bracht kwam en daarmee identiek is aan Johann Simons uit Bracht, geboren in 1693. Drie aanwijzingen op rij, alle drie erg sterk, maakt de waarschijnlijkheid behoorlijk groot!
De bewijzen voor Johann = Joannes vind ik overigens nog niet 100% sluitend, wordt dus waarschijnlijk vervolgd! En als de afstamming blijkt te kloppen heeft dat tegelijk tot gevolg dat er een tweede bloedlijn tussen mijn vader en moeder loopt. Een zus van Johann namelijk, Gertrud Simons, is een rechtstreekse voorouder van mijn moeder, en deze Johann dan dus van mijn vader. In mijn stamboom blijken nog meer bloedlijnen te zijn, via de familie van Keeken uit Swalmen bijv., maar daarover in een andere rubriek. Voor wie deze link Simons "grafisch" wil overzien, klik op deze link. De huwelijksbanden van Joannes = Johann Simes (Simons) X Tisken van Obroeck leiden tot mijn vader en zijn zus Gertrud Simons X Mathias Heines leiden tot mijn moeder. Ook de dubbele Van Keeken lijn is in dit schema zichtbaar gemaakt en nog enkele bloedlijnen.

In het burgerboek van Roermond lezen we dat 13 juni 1625 Johannes Symons vassbijnder (kuiper, dus maker van bijv. biertonnen) uit Bracht het burgerschap heeft verworven. De bierbrouwers "Simons" van Roermond komen misschien ook uit Bracht? En zijn misschien familie van de latere Johannes? Allemaal mogelijk, maar absoluut niet zeker!

Eerste huizen

Waar woonde Joannes Simes in Beesel? Volgens de historicus Loe Giesen was Joannes Simes waarschijnlijk als jonge man pachter van een grote boerderij, Einderhof. Deze boerderij ligt in Rijkel, een van de oudste buurtschappen van Beesel en een omgeving die nog vrijwel helemaal authentiek intact is.

Buurtschap Rijkel.   Foto Pieter Simons 2005

Van Loe Giesen ontving ik deze mooie panoramafoto van Rijkel, gezien vanaf de St. Antoniusstraat. (scrollen om de hele breedte te zien!)

Als je daar loopt kun je bijna weer proeven en voelen met wat fantasie hoe het er meer dan 200 jaar geleden was.

Einderhof gezien door Google Earth

In 1729 kocht hij met zijn vrouw een huis, eveneens in Rijkel.

Ten overstaan van Cox, landscholtis van het ambt Montfort, en Hendrick Ketellaers en Jan Gerits, schepenen van Besel en Belfelt, draagt oudste medeschepen Linnert Janssen, met toestemming van zijn zoon Gerit,

Met gerechtelijke overdracht d.d. 31 oktober 1729 (bron kroniek Beesel, Belfeld en Swalmen)

Behalve een huis zien we dat de echtelieden een aantal stukken land verkrijgen. De plaats van dat huis, Smabers B1-113 is vrijwel exact te bepalen. De huizen die er nu staan zijn allemaal nog niet zo oud, het originele huis is dus ooit afgebroken. Rijkel blijft enkele generaties het gebied waar de familie Simons zich het meeste ophoudt. Dat huis, Smabers 1-113 doet de oude Simons vlak voor zijn dood over aan zijn schoonzoon Wilhelmus Beckers, die getrouwd was met zijn dochter Theodora Simons. Een broer van Theodora is Johannes, en dat is de volgende stamvader in lijn. Deze zoon Johannes koopt een ander huis in Rijkel, vlakbij dat van zijn vader (en daarna dus dat van zijn zus, Smabers 1-104). Beide huizen liggen ook niet zo ver van de Einderhof en zijn feitelijk samen met de Einderhof lokaties waar dus voorouders van mij gewoond hebben. Op de Smaberskaart kunnen al deze huizen goed gelokaliseerd worden. Het tweede huis is erg duidelijk te zien op een prachtige kleurenkopie van een fragment van deze originele Smaberskaart die Loe Giesen me gestuurd heeft. Het gaat om het huis in Rijkel aangeduid met nummer 104. Het eerste huis aan de linkerkant van de weg op foto hierboven komt overeen met de plaats van Smabers 1-104, dus waar ooit het huis van Joannes Simons junior stond.

Mens en familie

Deze twee generaties Simons zijn daarmee de voornaamste vertegenwoordigers van mijn voorgeslacht in de 18e eeuw, en alles speelt zich voor het grootste deel af in Beesel.
Wat waren dit nu voor mensen, hoe leefden ze, hoe zag hun familie er uit?

Johannes Simes (± 1690-1754), de eerste stamvader, was getrouwd met Tisken van Oebroeck (ook wel Obroeck genoemd).

De Naam Oebroeck komen we op diverse manieren tegen in Beesel, om te beginnen in 1620 dus een eeuw eerder: Hein van Oebroeck had in 1620 land in Beesel aan het Busserendt. In 1622 is er sprake van het Oebroeckerkamp in Rijkel. In 1622 trouwt Tilmanus Drabben met Maria van Obroeck. Goerdt van Oebroeck heeft een boerderij in 1622 in Belfeld. In 1626 doet Hein van Oebroeck land over aan zijn zoon Thiss van Oebroeck in Belfeld (Schinhoevel).
Het Ohebroecker veld in 2005

Een groot gebied in Beesel heet het Ohebroecker veld. Deze en andere topografische aanduidingen met Ohebroeck blijven voor een groot deel bewaard. Oebroeck komt van Ohebroeck en ohe staat voor "natte rivieroevergrond, welke vaak onder water komt te staan." (vergelijk bijv. de Ooipolder bij Nijmegen). Op de Smaberskaart vinden we de veldnaam "in de Ohe" voor een gebied onder Rijkel, ongeveer begrensd door de Erven, de Eijnderweg en RIJKEL. Bij de toponimische beschrijvingen op de site van de heemkundevereniging Maas en swalmdal staat:

Reeds in de Pondschatting van 1468, een van de oude belastinglijsten van de hertog van Gelre, staat het Abroick vermeld aan de rand van buurt Leeuwen. Het Oebroeck, een oude benaming voor het Maasveld in de omgeving van de monding van de Huilbeek of Ohebroeckerbeeck, wordt ook in 1603 vermeld en gaf zijn naam dus aan deze familie.

Deze familienaam "Obroeck" zie je in 1781 niet meer terug , niet in Beesel of in Swalmen. Wel zie je veel de naam "van de Broeck". Maar deze bestond al langer en is zeker niet dezelfde. Ik vrees dat de naam domweg bij gebrek aan levensvatbare en gehuwde zonen al snel is uitgestorven. Ook kan hij misschien verbasterd zijn. Zo ben ik achtereenvolgens tegengekomen Obroeck, Oebroeck, Obbroeck, Obbroock. Van Simons zijn de schrijfwijzen Simons, Simens, Simes, Sijmens en Sijmes bekend.

Joannes Simes en zijn vrouw Tisken van Oebroeck kregen (minstens) 6 kinderen. Zijn vrouw had een broer, Bartholomaeus (Mevis)van Obroeck. Over deze broer even iets meer. De zoon van Bartholomaeus, Jacobus, trouwde op 18-jarige leeftijd met Gertrudis Engelen en het jonge stel kreeg binnen enkele jaren 2 kinderen. Toen stierf Jacobus op 21-jarige leeftijd, en Gertrudis stond er alleen voor met twee babies. Vijf maanden later krijgt ze van haar ouders een erfenis toegezegd van 100 pattacons in ruil voor levensonderhoud:

Ten overstaan van Frederick Jacob Cox, licentiaat in de rechten en landscholtis van het ambt Montfort, Gerardt van den Broeck en Gerardt Janssen, schepenen van Besel en Belfelt, dragen Mevis van Obroeck en Catharina Meerts, echtelieden, een bedrag van 100 pattacons over aan hun schoondochter Getruijdt Engels, gehuwd geweest met wijlen Jacobus van Obroeck, 'in consideratie van de getrouwe diensten aen hun gepresteert ende de geene de welcke sij alnoch presteren sal mit hun bij te staen ende in hunnen ouderdom te helpen soo langhe als sulcks gevoeghelijck sal connen geschieden'.

Waarom deze omweg naar de broer van Tisken van Obroeck? Gertrudis hertrouwt nl. daarna met een van de zonen van Joannes Simes, en wel Johannes Simons, de volgende stamvader in rij. Alhoewel ze niet letterlijk bloedverwant waren (zie ook de stamboom) moest hier toch bij de bisschop om dispensatie gevraagd worden, die ook werd verkregen. Een interessant gegeven is dat Tisken van Obroeck, de vrouw van Joannes Simes, in 1762, 8 jaar na de dood van haar man, in Swalmen wordt begraven. Dit terwijl haar familie duidelijk uit Beesel kwam. Dat geeft aan dat ze waarschijnlijk op haar oude dag is verhuisd. Welke familie woont in Swalmen. Eerst dacht ik Wijlerhof, waar een dochter gaat wonen. Deze dochter, Catharina, is in 1751 getrouwd met Christianus Cuijpers. Maar zij wonen tot 1784 nog in Ouddorp, gemeente Beesel (Smabers 2/3, pas daarna pachten ze Wielerhof (Wijlerhof) in Swalmen. En dan is Tisken van Obroeck al 22 jaar dood. Interessant om er achter te komen dus waar ze de laatste 8 jaar van haar leven geleefd heeft.

Van Wijlerhof, het huis welk Catharina Simons en haar man pachten, is alleen nog het bakhuis over. Wijlerhof wordt al genoemd in 1346, toen de hertog van Gelder Seger van Kessel met deze hoeve beleende. Van het bijbehorende bakhuis zijn tot nog toe geen geschreven bronnen bekend. Wijlerhof en het bakhuis staat ook op een Smaberskaart. (S-9-146). Op deze overzichtskaart kun je de Wijlerhof in een groter geheel zien, er op staat bijv. ook de Naborgh ("Gebroken slot") In 1993 is het bakhuis dat in vervallen staat verkeerde, door vrijwilligers gerestaureerd. Er kan weer op de oude wijze in gebakken worden. Verder werd de voorraadkelder uitgediept en ingericht. Buiten werd van maaskeien een klein terras aangelegd. U kunt dit bakhuis in de buurtschap Wieler bezichtigen en er genieten van een kopje koffie met vlaai.

Wijlerhof zoals het er vroeger uitzag (Foto A. Ramakers)
In 1784 heeft het gezin grote problemen door waterschade. Ze vragen de schepenen en burgemeester van Swalmen om de schade te komen bekijken om naar aanleding daarvan kwijtschelding van belasting te kunnen krijgen. Hieronder het verslag van deze bezichtiging.

Eerzame goede vrienden,
Wij ondergetekenden, schepen en borgemeester deze heerlijkheden swalmen en Asselt verklaeren ende attesteren krachtens deze op den eed in het begin van onze Resp. Officien gedaen, dat wij op verzoeck van Christiaen Cuijpers, pachter van Wijlre hof ons met den Heer I.B. Haese hebben vervoegd int veld den Ohe alwaere den voornoemde pachter ons heeft aangewezen zeven morgens den voorleden herfst met rogge ingezaaid geweest zijnde, twee morgens met wintergerst, drij morgens met spelte, twee morgens met tarwe ende twee morgen met wintersloorzaad , van waere wij op verzoek als boven zijn gegaan op het veld Den Weerd als waar gezegde pachter ons heeft aangetoond een ende een halve morgen met wintersloorzaad ende acht morgen met tarwe, voorders op den zo genoemden steenacker enen morgen met tarwe, ende twee morgen met tarwe in het wijlder veld, op welke voornoemde landerijen wij hebben bevonden de respectievelijke vruchten door de overstromingen van de riviere de Maes ende langdurig verblijf des waters teenenmaal te zijn verdronken, verteerd, ende weg gespoeld, ende deels meer als enen voet hoogh met zand ende kiezelstenen te zijn bedekt, in oirconde van Waerheidt heeft den heer scholtis deese beneffens ons gerichtspersonen eigenhandig geteeckend binnen Swalmen den 9 April 1784,
J.D. Chanoin
C. van Keeken, schepen
A. van Dael, Bm (burgemeester)

RAL Maastricht, SA Swalmen en Asselt, magazijnlijst nr. 264.

Ook dochter Theodora kwam goed terecht. Zij trouwt 2-9-1745 met Wilhelmus Beckers. Vermoedelijk waren zij gelijk na hun huwelijk in 1745 de pachters van Oud Waterloo. Op 28-1-1754 kochten zij het huis te Rijkel van de oude Joannes Simons. Als de acte wordt opgemaakt in het huis leeft Joannes nog, maar hij laat de schepenen naar zijn huis komen. Dat geeft aan dat hij waarschijnlijk al ernstig ziek is. Ruim een maand later, 1-3-1754 wordt hij begraven. Over de zoon Johannes van Wilhelmus Beckers en Theodora Simons zie ook "historie Limburg 1700-1800". (1794)
Zoon Johannes Simons is inmiddels dus getrouwd met Gertrudis Engelen in 1748 en in 1781 woont hij volgens de Smaberskaarten eveneens in Rijkel. Zijn vader hoorde tot de mensen met relatief veel geld en land in Beesel. Ze konden zelfs geld lenen aan anderen, getuige onderstaande overeenkomst:

9 november 1744, BEESEL - Verpanding landerijen.
Ten overstaan van Frederick Jacob Cox, licentiaat in de rechten en landscholtis van het ambt Montfort, Willem Stevens en Gerardt Janssen, schepenen van het kerspel Besel, bekent Hubert Quijten met toestemming van het gerecht d.d. 26 oktober 1744 [zie aldaar] dat hij een bedrag van 20 pattacons tegen een jaarlijkse rente van 5%, te volstaan met 4% bij betaling binnen een maand na de vervaldag, eerstmaal te betalen op 9 november 1745 en met een opzegtermijn van een half jaar, heeft opgenomen van Jan Simes en Thijsken van Obroeck, echtelieden, met als onderpand

RAL Maastricht, SA Beesel en Belfeld, inv.nr. 37 fol. 120vs-121.

Van 1731, 1738 en 1750 staan er taxaties van bezit in de kroniek van Loe Giesen. Deze taxaties hadden als doel om belasting te kunnen innen, welke weer bestemd was voor degeen die de heerlijke rechten bezat. (Brouwrechten voor Roermond, sommige rechten voor kerk en kloosters en ook rechten voor bijv. vorsten. Beesel hoorde toen bij de heerlijkheid Montfort. Montfort was een onderdeel van het "staatse deel" van het hertogdom Gelre. De zogenaamde "heerlijke rechten" van het ambt Montfort waren van 1702 tot 1769 voor een groot deel in handen van de Duitse vorst, later en eerder in handen van de familie van Oranje. Het aangrenzende Swalmen hoorde in die tijd bij het Oostenrijkse deel van Gelre, zie geschiedenis Limburg 1700-1800). Ik neem hierbij "Lijste der capitatie (hoofdschat) van de gemeente van Besel voor den jaer 1738" vrijwel integraal over. Hieruit blijkt dat Jan Simons zoals hij hier wordt genoemd bijv. drie knechten had, en dat hij een veestapel van 5 koeien, 9 runderen, 64 schapen en 5 bijenvolken had. Dit alles ter waarde van 13 pattacons, 12 schillingen en 6 stuivers. Daarnaast bezat hij waarschijnlijk al veel land. Op de kaarten van Smabers zie je de bezittingen van zijn zoon Joannes en die van zijn schoonzoon Wilhelmus Beckers. Waarschijnlijk is al die grond oorspronkelijk van zijn vader Joannes Simes geweest. Deze Smaberskaarten en de daarop getoonde bezittingen worden hierna nog besproken.

Joannes Simons (1726-1784). Van hem weten we precies wat hij bezat, dank zij het feit dat hij genoemd wordt op de Smaberskaarten en daar kun je niet alleen zien waar hij woonde, maar ook welke grond hij bezat. De meeste grond had hij vlak bij zijn huis, zie de pijltjes op het fragment van de Smaberskaart (Rijkel NW). Op deze kaart zie je ook de liggingen van de huizen van Simes Sr. (Joannes Simes en Tisken van Obroeck), nl. 113, waar op dat moment hun dochter Theodora en man Wilhelmus Beckers woont. Ook de Eijnderhoff, waar Joannes Simes als pachter begonnen is, staat er op. Maar Joannes had nog veel meer grond, het meeste ten zuiden van zijn huis, zie Smabers-Rijkel-ZO. Deze twee kaarten van Rijkel vertellen ons niet alleen dat hij veel en veel soorten grond bezat (drie knechten had zijn vader, wat zou hij gehad hebben?), maar ook wie zijn buren waren. En daar waren nogal wat familieleden of toekomstige familieleden bij. Logisch, want die mensen zag je dagelijks. Op de kaart van Rijkel ZO zien we bijv. het huis van Joannes Trippen. Joannes Trippen was de schoonzoon van Joannes Simons, hij was op 27-4-1774 getrouwd met zijn dochter Catharina Simons.
(In 1790 heeft dit gezin waarschijnlijk financiële problemen, we lezen in een acte:

Ten overstaan van Joes Pollaart, landscholtis van het ambt Montfort, Gerardus Goossens, Leonardus Janssens en Hendrik Joosten, schepenen van Bezel en Belfelt, bekennen de echtelieden Joannes Trippen en Catrina Simons dat zij een bedrag van 300 gulden Cleefs, de Franse croon à 11½ schilling gerekend, tegen een jaarlijkse rente van 3½% eerstmaal te betalen op 1 maart 1791 en met een opzegtermijn van 3 maanden, hebben opgenomen van de eveneens schepenen Peter Meuter en Frans Heldens, als commissarissen van de armenmiddelen van Bezel. Een groot deel van hun onroerend goed wordt hierbij als onderpand gebruikt.)

Een ander familielid is op de Smaberskaart nr. 80, Hendrick Engelen. Op dit moment vermoed ik dat het om een broer gaat van zijn vrouw Gertrudis Engelen. Op de kaart van Rijkel NW, waar ook het huis van Joannes Simons staat zien we nog als buren: 178, Peter Luttels. Peter Luttels is de broer van Paulus Luttels. Paulus Luttels is de grootvader van Jacoba Luttels, die in 1834 met Antonius Simons trouwt, een achterkleinzoon van onze Joannes Simons. Zo is de familie Luttels dus ook een van de takken van mijn voorgeslacht. Uit de Smaberskaarten blijken nog andere connecties. In oostBeesel ligt ook een stuk land van Joannes Simons. Maar dat ligt erg onhandig ver van zijn woning. Hoe komt hij daar aan? Het gaat om Smabers-B 7-52. Dat stuk land is verdeeld onder erffg. Engel Hinssen 1/3, Anthoin van den Broeck 1/3 en Joannes Simons 1/3. Anthoin vd. Broeck treffen we ook aan op de kaart van Rijkel NW (190),(Smabers 1) het is een overbuurman van Joannes Simons. Anthoin vd Broeck trouwt 28 april 1748 met Catharina Engelen, dochter van Petrus Engelen en Margaretha Clerx. Zij zijn dus zwagers van elkaar, en het erfdeel in het oosten komt dus waarschijnlijk van de familie Engelen. Maar wat heeft Engel Hinssen daar mee te maken? Wel, we zien een aantal keren in de 18e eeuw een Hinssen getuige zijn bij een doop of huwelijk van van den Broeck of Engelen. Joanna Hinssen, geboren 23 juni 1716 in Belfeld en overleden 14 september 1787 in Belfeld had als moeder Mechtildis Clerx. Ik vermoed dat Mechtildis en Margaretha Clerx zussen waren, en in dat geval is ook dit erf-raadsel weer opgelost.

In de kroniek van Swalmen, Beesel en Belfeld van Loe Giesen valt veel informatie te halen die nog meer helderheid kan verschaffen over de families. In de 16e en 17e eeuw komen we vooral de naam Obroeck al tegen, met verwante schrijfwijzen. De naam Simons zien we vanaf het begin van de 17e eeuw in Belfeld, Swalmen, Asselt en Roermond, en een keer in Beesel (zie boven aan). Zie hiervoor de rubriek "belangrijke bronnen", waar ook uittreksels voor deze namen staan.

 

 Ziet u slechts 1 pagina?
klik hier voor de volledige website
"Voorouders uit Midden-Limburg"