TRACTAET VAN VEREENINGE,ENDE OPRECHTINGE VAN HET SOUVEREYN CONGRES DER VEREENIGDE NEDERLANDSCHE STAETEN

11/20 januari 1790
De volkeren, die op dit moment de "vereenigde Staeten der Nederlanden" vormen, hadden, na de dood van de keizerin douairiere en Koningin Maria-Theresia van Oostenrijk, zich voor hun oppervorst keizer Josephus II, oudste zoon van de keizerin , onderworpen aan zijn opperste gezag, maar met de nadrukkelijke beperkingen en voorwaarden die deze provincies staatswettelijk oudsher hadden vastgesteld.

Deze voorwaarden, vervat in het "verbond van huldinge" waren ouder als het heersende stamhuis, en, om zo te zeggen, geboren met de natie zelf. Ook zijn zij plechtig goedgekeurd en beëdigd, en niets en heeft ontbroken aan het verdrag, welk het volk, volgens het gebruik is aangegaan met zijn vorst, vooraleer zich aan deze te onderwerpen.

Het complete behoud van de katholieke, apostolische en roomse religie, de handhaving van de grondwet, vrijheden, gewoonten en gebruiken, zoals die vervat waren in de "Chartren" en geheiligd door het aloude bezit van het Volk, zoals dit alles vervat was in het geen de Brabanders noemen de "Blyde-Inkoomste"; dit alles was besloten en onder ede toegezegd.

De inwoners ging dit des te meer te harte, omdat zij al sinds lange tijd alle punten zoals genoemd als als een wezenlijk onderdeel van hun grondwet hebben ervaren en dit als kern van hun vrijheid en de basis van hun geluk.

Nochtans in weerwil van de zo uitdrukkelijke eed van de oppervorst om zich hier aan te houden, niettegenstaande de herhaaldelijke betogingen tegen de opzettelijke en talloze inbreuken op dit verbond, volgde de oppervorst, sedert vele jaren halstarrig dezelfde weg, die uitsluitend tot doel had om alles te veranderen, alles te vernieuwen en de inwoners te beroven van een grondwet, die hun lief was, en die onrechtvaardig was en inging tegen de afgelegde eed.

Men had in de loop van de tijd een menigte van edicten zien passeren, die de religie en haar zedenleer bedreigden, haar godsdienst en haar bedienaars; de rechten van het volk werden omver geworpen, de wetten willekeurig veranderd of verbroken, de eigendommen, de persoonlijke vrijheid, die de Nederlanders in het verleden genoten, waren niet meer veilig door de met de grondwet strijdige bepalingen, de machteloze wetten zwegen voor het zwaard van de krijgsman, en de oude gebruiken waren van alle kanten verminkt of herroepen, een nieuwe bepaling werd weer vervangen door een nog nieuwere, en ingevuld door de veranderlijke en onduidelijke wil van de vorst, of degeen die in zijn naam heerste en handelde. Zo buitensporig was voor ons deze rampspoed. Hij was onherstelbaar geworden; het gouvernement verhardde zich slechts tegen de tegenwerpingen, deed de deur dicht met een nieuwe en laatste dictoriale slag, door "de Blyde Inkoomste" te vernietigen, de oude bezittingen en grondrechten van de provincien af te schaffen met de staatswetten, alsmede de vergaderingen der gedeputeerden van deze provincien, die tot dan toe de gebruikelijke stem van het volk vertegenwoordigde.

Het wederkerige verbond is zo van de kant van de oppervorst verbroken, het verbond, ingesteld voor gemeenschappelijk welvaren en op basis van nadrukkelijke voorwaarden en beperkingen.

Dit is wat er gebeurd is en ten gevolge hiervan hebben de verschillende provincies zich onafhankelijk verklaard, de hemel heeft openlijk een onderneming, begonnen onder zijn bescherming, gezegend, een onderneming die de liefde van Europa en zijn mensen heeft en waarvan met plezier naar het goede resultaat wordt uitgekeken; zij is tot stand gekomen zonder dat er persoonlijke voordelen te behalen waren, men heeft moeten overleggen, om de overeenkomst te staven en duurzaam te maken.


Daarom, DE NEDERLANDSCHE STAETEN, volgens oude vriendschapsverbanden verenigd, zijn overeengekomen de volgende punten en artikelen.

ARTIKEL I.

Alle de Provincien vereenigen ende verbinden zigh te zaemen onder de benoeminge van STAETEN DER VEREENIGDE NEDERLANDEN.

ARTIKEL II.

De Provincien stellen in het gemeyn, vereenigen ende voegen in een middelpunt de Souvereyne magt, de welke zy niet te min bepaelen tot de naervolgende voorwerpen; tot het gene van eene gemeyne verdedinge, tot de maght van te maeken den Vrede ende den Oorlog, ende by gevolg tot het lichten ende onderhouden van eene Nationale-armée, gelyk ook van te ordonneren, te doen maeken ende onderhouden de nodige fortificatien; van met de vremde Mogentheden te maeken de noodige zoo offensive als defensive Alliancien, van te noemen, zenden ende ontfangen Residenten ende Ambassadeurs ende alle iegelycke andere Agenten, alle door het enkel gezag van de aldus vereenigde magt ende zonder eenigen toevlugt te moeten nemen tot de respective Provincien. Men is overeengekomen over den invloed den welken ider Provincie door zyne Gedeputeerde zal hebben in de beraemingen over de voorwerpen vervat in het voorhandig Tractaet.

ARTIKEL III.

Om deze Souvereyne magt te oeffenen, regten zy op en stellen zy in een CONGRES van Gedeputeerde van ieder der Provincien onder de benoeminge van SOUVEREYN CONGRES DER VEREENIGDE NEDERLANDSCHE STAETEN.

ARTIKEL IV.

De voorgemelde Provincien beleydende ende willende voor altyd beleyden de Catholieke, Apostolieke ende Roomsche Religie ende willende onverbrekelyk behouden de eenigheyd der Kerke, zal het CONGRES onderhouden ende handhaeven de onderlinge zamenbindingen met den H. Stoel van ouds onderhouden zoo in de Nominatien ofte Presentatien van de onderdaenen van de gemelde Provincien, tot het Aerts-bisdom ende Bisdommen op de wyze op de welke de Provincien in het gevolg onder hun zullen over-een-comen, als in alle andere materie volgens de grond-regels van de Catholieke, Apostolieke ende Roomsche Religie, ende de Concordaeten ende Vryheden der Nederlandsche Kercke.

ARTIKEL V.

Het CONGRES zal alleen het gezag hebben van Munte te doen slaen, ten stemple van de vereenigde Nederlandsche Staeten ende van vast te stellen den tittel ende weerde der selver.

ARTIKEL VI.

De Provincien der Vereening zullen besorgen de onkosten, noodzaekelyk tot de oeffeninge van de Souvereyne-magt toegeeygent aen het CONGRES, volgens de proportie onderhouden onder den gewezenen Souvereeyn.

ARTIKEL VII.

Ieder Provincie behoud ende reserveert zig alle de andere rechten van Souvereyneteyt, zyne wet gevende maght, zynen vrydom, zyne onafhankelykheyd, met een woord alle de Magt, Jurisdictie ende alle iegelycke Rechten, de welke niet uytdrukkelyk in het geneyn en syn gestelt en toebetrouwt aen het SOUVEREYN CONGRES.

ARTIKEL VIII.

Men is bovendien ende onwederroepelyk over-een-gecomen dat in opzigte van de moyelyckheden, dewelke'er zouden konnen geschaepen worden, 't zy ter oorsaecke van de gemeyne contributie, 't zy over een ander voorwerp van onderzoek, welkdaenig het zy, van eene Provincie tegen het CONGRES, ofte van het CONGRES tegen eene Provincie, ofte van Provincie tot Provincie, het CONGRES de zelve zal trachten metter minne te eyndigen, ende waer het zaeken eene minzaeme over-een-koomste geen plaetse en kon hebben, zoo zal ieder Provincie noemen eenen persoon, ten verzoeke van d'een ofte d'ander der partyen, voor welke de saecke sommairelyk zal worden geinstrueert ende de welke de zelve zullen wysen, ende het CONGRES, sal het recht van executie hebben, ende is 't dat het vonnis gedraegen is tegens het CONGRES, zoo zal het zelve gehouden zyn zig hier aen te onderwerpen.

ARTIKEL IX.

De Vereenigde Staeten verbinden zig op het kragtigste van elkanderen by te staen, ende zoo haest eene Provincie zal aengetast zyn door eenen vremden vyand, zullen zy alle gemeyne saeke maeken ende zullen alle gezaemlentlyk met alle hunne maght verdedigen de aengetaste Provincie.

ARTIKEL X.

Het en zal aen geene Provincie vry staen eenig verbond ofte eenigderleye tractaet te maecken met eene andere Mogentheyd, sonder toelaetinge van het CONGRES ende de bezondere Provincien en zullen zig met elkanderen niet mogen vereenigen, verbinden ofte contracteren op welke wyze het ook zoude konnen wezen, zonder toestemminge van het CONGRES. Nogtans de Provincie van Vlaenderen zal zig mogen verenigen met West-Vlaenderen, op conditie dat ider der selve in het CONGRES zal hebben zyne bezondere Gedeputeerden, dat deze Gedeputeerden zullen hebben hunne vrye ende onafhangelycke stemme ende de Gedeputeerde van d'eene en zullen noyt in den selven tyd connen zyn Gedeputeerden van d'andere.

ARTIKEL XI.

Deze vereening zal vast, eeuwigduerende ende onwederroepelyk zyn, het en zal aen geene Provincie nogte aen verscheyde, zelfs niet aen het meestendeel dier vry zyn, deeze vereeniging te breeken ofte zig hier van af-te-scheyden onder welkdaenigh voorwendsel ofte reden het oock mag syn.

ARTIKEL XII.

Men is onwederrroepelyk over-een-gecomen, dat de civiele ende militaire maght ofte een deel van d'een ende d'ander noyt en zal vergeeven worden aen den zelven persoon ende dat niemand, zittinge ofte stem hebbende in het CONGRES, zal mogen gestelt worden in den militairen dienst, ende dat van gelycken niemand in militaire bedieninge zynde, en zal mogen zyn Gedeputeerden by het CONGRES, aldaer zittinge ofte stemme hebben; van gelycken niemant in bedieninge ofte gepensioneert zynde van eenige vremde Mogentheyd, onder welke benoeminge het ook zoude mogen wesen, en zal mogen aenveerd worden tot het CONGRES. Men sluyt ook uyt alle de gene, de welke naer de goedkeuringe van dit Tractaet van Vereening aenveerden eenig Militair Order ofte ander welkdaenig eerteken. Ten welken eynde alle de Staeten, uytmaekende de vereeninge in het algemeyn ende ieder litmaet in het besonder, van gelycken alle de gene, de welke zullen zittinge nemen in het Congres, alle de Raeds-heeren ende Litmaeten van de Raeden der Provincien, alle Magistraeten ende generalyk alle Civiele Justicieren ende Officieren zullen beloven ende zweeren de stipte ende getrouwe onderhouding van deeze vereeninge, ende van alle ende igelycke desselfs puncten. Aldus gesloten, gedaen ende vastgestelt binnen Brussel, in de algemeyne vergaederinge der Vereenigde Nederlandsche Staeten; door de ondergeteeckende Gedeputeerde van de Staeten onder goedkeuringe van hunne Committenten, den 11 January van het jaer duysent seven hondert negentig, ten twee uren s'morgens.

Waeren ondertekent:

BRABANT.
C. François, Évêque d'Anvers.
Godefridus, Abbas Tongerloensis.
Lannoy.
E. Coloma.
J.-F. Baelmans.
A.-M. Van Halen.
A.-H.-J. Van Wamel.
GELDERLAND
J.-B. Syben
VLAENDEREN
Joannes Pameleirre, Abbas Ninoviensis.
E. Prisie, Abbé d'Eeckhoutte.
J. Castel sam Pietro, Député du Clergé de Gand.
P.J. De Pauw, Chan., Député du Clergé de Bruges.
Le Marquis de Rodes.
Le Comte d'Hane de Steenhuyse.
J.P. Roelandts, Pen.
De Schietere Caprycke.
M. Pyl du Fayt.
J. De Lannoy.
Eugene van Hoobrouck, Député de la Châtelenie d'Audenarde.
J. De Smet, Député du Pays d'Alost.
C.J.J. De Grave.
WEST-VLAENDEREN
C. Heddebault, Abbé de S. Jean au Mont.
Vander Stichele de Maubus.
F. Van der Meersch.
HENEGAUW
Benoit Alavoine, Abbé de Saint-Denis.
Charles Comte de Thiennes de Lombize.
Le Chevalier de Bousies.
Gendebien.
NAEMEN
Grégoire, Abbé de Waulsort.
Le Baron de Neverlée de Baulet.
De Cauwer.
Fallon.
DOORNICK
De la Hamaide, Prévôt de Tournay.
Tassin.
Mourcou.
J.B. Vinchent.
Van der Gracht.
Longueville.
H.B.J. Defruez.
J. Hersecap, premier Pensionnaire de Tournay.
TOURNESIS
A. Van der Dilft, doyen député du Tournesis; De Sourdeau; G. Macau
MALINES
R.J. De Brouwer; J.-Josephus Van Kiel; J.-C. De Nelis; J.-Andréas Lambrechts

Dit tractaet van Unie is door de Staeten der respectieve Provincien geratifceert geweest, gelyk het blykt door de originele actens alhier gesien, geexamineert ende ter Greffie gedeposeert. In teken der waerheydt hebben Wy Gedeputeerde der geseyde Provincien dese getekent. Ende sal een dobbel in originali worden gelevert aen iedere Provincie, om gedeposeert te worden ter Greffie der reespective Staeten.

Gedaen te Brussel desen 20 January 1789, acht urend des s'avonts, (waeren geteekent):

C. François, Évêque d'Anvers.
Godefridus Hermans Abb. Tong.
Lannoy.
E. Coloma.
J.F. Baelmans.
A.M. Van Halen.
A.H. Van Wamel.
J.B. Syben.
Joannes Pameleirre, Abbas Ninoviensis.
J. Castel sam Pietro, Député du Clergé de Gand.
J.J. De Pauw, Chan. Député du Clergé de Bruges
Le Marquis de Rodes.
Le Comte d'Hane de Steenhuyse.
J.P. Roelandts, Pensionnaire.
De Schietere Caprycke.
J. De Lannoy.
Eugène van Hoobrouck, Député de la Châtellenie d'Audenarde.
J. De Smet, Député du Pays d'Alost.
C.J.J. De Grave.
C. Heddebault; Abbé de Saint-Jean au Mont.
Van der Stichele de Maubus.
F. Van der Meersch.
Benoit Alavoine, Abbé de Saint-Denis.
Charles Comte de Thiennes de Lombize.
Le Chevalier de Bousies.
Gendebien.
Grégoire Abbé de Waulsort.
Le baron de Neverlée de Baulet.
Fallon.
Tassin.
H.B.J. Defruez; 20 Jan. 1790.
A. Van der Dilft, Doyen Député du Tournesis.
De Sourdeau.
J.Josephus Van Kiel, q.q.
J.C. De Nelis.
J.Andréas Lambrechts.
P.S. Van Eupen, comme Sécrétaire d'État des États Belgiques Unis.

Noot. Deze akte was geïnspireerd door onder meer de amerikaanse grondwet van 1777 (in force 1781) "articles of confederation" en de amerikaanse onafhankelijkheidsverklaring, welke op hun beurt geïnspireerd waren door de Unie van Utrecht (1579) en het Plakkaat van verlatinghe in 1581 (afzetting van Filips II).

Bron Wikipedia

Meer m.b.t. dit tractaat voor het Overkwartier van Roermond is te vinden in het rijksarchief Limburg:

1230. Stuk houdende instructies voor de afgevaardigde van de Staten, J.B. Syben, bij de Staten-Generaal en het Souverein Congres, met bijlagen. 1790 september 17. 1 omslag.

Johan Baptist Syben, syndicus staten van Gelre, Roermond, leeft van 1746 - 1805
1231. Stukken betreffende de erkenning en de betwisting van het souvereine gezag van de Staten. 1790. 1 omslag.

Ambtelijke stukken

1312. Missiven ingekomen bij en uitgaande van hem als gedeputeerden bij het Souverein Congres der Verenigde Nederlandse Staten betreffende de terugkeer onder het gezag van de landsheer. 1790. 1 omslag.

 Ziet u slechts 1 pagina?
klik hier voor de volledige website
"Voorouders uit Midden-Limburg"