De familie Heereman van Zuijdtwijck
In Bouckoul bij Swalmen staat een kasteelboerderij met de naam Zuijdewijck Spick. (Het koetshuis is tegenwoordig als vakantieverblijf te huur) In dezelfde tijd dat deze boerderij in 1725 gekocht werd door de heer Heereman van Zuijdtwijck werd een voorvader, Albert van Kicke (van Keeken) daar pachter. Waar deze voorvader vandaan kwam heb ik nog steeds niet kunnen achterhalen, maar wel meer gegevens over de eigenaar, de heer Heereman van Zuijdtwijck. (Vele schrijfwijzen: Zuijdtwijck, Zuydtwijck, Zuydwijck, Zeuijdtwijck, enz.) Een deel van onderstaande informatie komt uit het boek "Het huis Dever te Lisse" (zie belangrijke bronnen), een ander belangrijk deel heb ik gevonden in het nationaal archief van Den Haag, waar zich een groot deel van het privé-archief van deze familie bevindt. Het schijnt overigens dat een minstens even groot deel zich bevindt in Schloß Surenburg in Münsterland, waar nog steeds nazaten wonen.
De voorouders van Frederik Jacob
De familie Heereman stamt uit een aanzienlijk Rooms-katholiek patriciërsgeslacht van Amsterdam. Sinds de terechtstelling van Oldenbarnevelt door Maurits, met hulp van de Contra-Remonstranten begin 17e eeuw, hebben de Rooms-Katholieken het in Holland een tijd erg moeilijk gehad. De kerk moest ondergronds, en veel aanzienlijke families zijn in die tijd gevlucht of snel verarmd. Katholieke adellijke families verloren de ridderschap en mochten zo de statenvergaderingen niet meer bijwonen. Amsterdam was een van de laatste steden die zich aansloot bij het verzet tegen de Spanjaarden. Zo was ook het Rooms-katholieke geloof daar nog lang zeer sterk aanwezig. Maar de meeste katholieke regenten vertrokken, verarmden of veranderden van geloof. Het accepteren van Katholieken ging overigens in golven op en neer. Sommige periodes was er veel verdraagzaamheid, maar vooral in moeilijke tijden waren ze snel ook weer zondebok. In Lisse bijv. was de meerderheid van de bevolking katholiek, maar men mocht geen eigen kerk hebben. Ondergronds werd de godsdienstbeoefening gedoogd. Een van de weinige katholieke patriciërs van Amsterdam die zich wist te handhaven was Nicolaas Heereman, zoon van Heereman Gysbertszoon. Nicolaas bezat een Rooms-katholieke huiskapel aan de Kalverstraat, tussen Duifjessteeg en de Wijde Kapelsteeg. Diens zoon Silvester Heereman kocht de heerlijkheid Zuydtwijck, gelegen aan de Gouwe bij Boskoop. Dit gebied was met name aantrekkelijk omdat het een hoog leen was. De leenheer had ook het hoge gerecht, waaronder het toekennen van de doodstraf. Op het terrein stond dan ook een galg. Het bezit van een hoge heerlijkheid gaf aanzien, en de latere leden van de familie Heereman voegden dan ook allemaal de naam "van Zuijdtwijck" toe aan hun naam. Een zoon van Silvester, Dirk Heerema van Zuijdtwijck, was in 1658 aanwezig te Frankfurt aan de Main bij de plechtige kroning van Leopold I van Habsburg tot Roomse keizer. Bij die gelegenheid kreeg Dirk een adelsbrief, en sindsdien noemden de familieleden Heereman zich tevens ridder. Waarschijnlijk heeft hij bij die gelegenheid veel mensen ontmoet waarmee hij contact is blijven onderhouden. Ik zou graag een presentielijst van het illustere gezelschap willen hebben! Opvallend is nl. dat hij leenheer van Wachtendonck wordt en alle schulden van de stad overneemt. Wachtendonck ligt ten oosten van Venlo en was toen een deel van Spaans Gelre. Ook leent hij tot drie keer toe geld aan de gemeente Swalmen en Asselt: in 1670, 1672 en 1679. Waarschijnlijk waren er contacten met de kasteelheer van Hillenraed, Schenck van Nijdeggen. Later leent zijn zoon Frederik Jacob ook geld aan een ander lid van deze familie, nl. Henricus Ignatius Schenck van Nijdeggen, heer van Sevenum en Kessel. Dirk Heereman van Zuijdtwijck stierf in 1678 en werd net als zijn vrouw Anna Ramp van Rolland in de oude kerk van Amsterdam begraven.Frederik Jacob Heereman
In 1663 was hun zoon Frederik Jacob in Utrecht geboren. Zijn ouders woonden toen aan de nieuwe gracht tegenover de Runnebaan, het westelijk deel van de Nieuwe gracht tussen de Pausdam en de Hamburgerstraat. Frederik Jacob studeerde rechten aan de Universiteit van Utrecht en al na een jaar kreeg hij de bul van licentiatus in de beide rechten. Frederik Jacob was bijzonder begaafd. Op 22 oktober 1697 trouwt hij in Lisse met Agatha Maria van der Goes, eerst voor schout en schepenen en daags daarna in een schuur voor pastoor van der Werve. Zijn vrouw sterft echter al op 16 januari 1700 na de geboorte van zoon Sylvester, welke later priester wordt. De domklokken van Utrecht luiden 3 uur en ze wordt in de kerk begraven, haar wapens worden er opgehangen. 29 Juli 1702 hertrouwt hij met Elisabeth Catharina van Scherpenzeel. Zij komt uit een Betuws geslacht van katholieke adel. Een van hun bezittingen is de heerlijkheid Lisse met het slot Dever.Huis Dever, links in 1647, rechts december 2006. Het prachtig gerestaureerde gebouw heeft tegenwoordig op de zolder een permanente tentoonstelling over zijn geschiedenis. Er zijn nog veel middeleeuwse elementen aanwezig, waaronder beeldhouwwerk. De kelder en de benedenverdieping en eerste verdieping zijn ingericht voor tentoonstellingen met werk van hedendaagse kunstenaars. Ook worden er kleinschalige concerten gegeven.
Als de vader van Elisabeth Catharina overlijdt erft zij deze heerlijkheid en Frederik Jacob wordt dan feitelijk heer van Lisse.
In Utrecht woonde het gezin Heereman in het bekende "Paushuize". In april 1712 werd dit huis betrokken door een van de internationale onderhandelaars bij het verdrag van Utrecht. (Hier kwam onder ander het barriëretractaat uit voort waardoor Oppergelre in drie delen werd verdeeld, zie het hoofdstuk Limburg 1700-1800) Daarom kocht hij het grote en fraaie huis "bij Paushuise" in de zogenaamde Regenboog van St. Pieter. (Thans kromme gracht 80, inclusief koetshuis, stallingen etc. voor F11.500). Om de koetsen beter de draai te kunnen laten nemen liet hij de weg verbreden en een deel van de grachtmuur veranderen. In 1720 stierf ook zijn tweede vrouw. Hij had toen inmiddels liefst negen levende kinderen.
Problemen in Lisse en vertrek naar Roermond
In Lisse waren er inmiddels problemen. In 1724 moest daar een nieuwe predikant komen. De heer van Lisse had het recht om deze predikant te benoemen, de kerkeraad droeg een of twee namen voor. Heereman ging akkoord met een voordracht, maar ook de staten van Holland moesten dit nog goedkeuren. Deze bleven dit maar uitstellen en intussen werd de beoogd predikant ergens anders beroepen. En zo bleef het maar doorgaan. De Staten wilden Frederik Jacob Heereman onder allerlei voorwendsels, maar waarschijnlijk vooral omdat hij katholiek was, zijn recht ontzeggen.
Daarnaast kocht hij ook nog een kasteelboerderij in Swalmen (naar hem sindsdien "Zuijdewijcks Spick" genoemd, kosten 3500 pattacons) Hij was zoals gezegd ook leenheer van Wachtendonck (al sinds 1683), en vanuit Roermond kon hij die belangen goed behartigen. In Roermond leefde hij goed, omringd door drie ongetrouwde dochters. Soms vertoefde hij ook enige tijd op zijn kasteelboerderij in Bouckoul. Enige correspondentie die hij daar geschreven heeft is nog overgeleverd. Zo was hij in conflict met de vrouwe van Hillenraad m.b.t. het jachtrecht. Uit oude archieven van Roermond werd een document opgeduikeld van baron van Dursdael, welke meer dan 50 jaar eerder eigenaar was van de Spick. Hiermee werd aangetoond dat deze eigenaar wel degelijk jachtrecht had. Het conflict werd bijgelegd door een bepaling dat de eigenaar van de Spick alleen mocht jagen in de Swalmer bossen. Ook hebben we nog een document m.b.t. de zoon van de vroegere eigenaar van de Spick, de heer Helmans. Deze mocht namelijk op kosten van Frederik Jacob voor priester studeren en werd later pastoor van Swalmen.
Dit gebouw dateert uit 1666. Daarvoor stond er ook al een huis, maar dat werd grotendeels door de stadsbrand van 1665 verwoest. De eerste bewoner was Petrus van Boshuysen, schout van Echt. In 1876 werd dit een zusterklooster en kindertehuis. Het gebouw kenmerkt zich door een Maaslandse Renaissancestijl (o.a. mergelstenen om de vensters, grote mergelstenen lijnen). Bovenin de gevel bevindt zich een Mariabeeld en eronder beelden van de H. Augustinus en H. Dominicus. Voor meer informatie over dit pand zie een document op de site van de historie van Roermond van de hand van Willem Cartigny Hierboven familieportretten en de wapens van de familie Scherpenzeel (schoonvader)en de familie Heereman van Zuijdtwijck.
30 maart 1745 stierf hij op 81-jarige leeftijd in de Neerstraat van Roermond. In Lisse was hij nog steeds heel populair als heer: zes weken lang hebben elke dag de klokken drie uur geluid na zijn overlijden! Hij werd begraven in het klooster van de Clarissen aan de Neerstraat in Roermond, vlakbij zijn woning op de plaats van de huidige panden 59-65, waar hij negen jaar eerder een familiegraf had gekocht. (19 jaar eerder had hij overigens al een graf gekocht in de Munsterkerk, maar blijkbaar is er een kink in de kabel gekomen, waardoor hij alsnog naar een andere begraafplaats moest uitzien). Het graf is bij de opheffing van het klooster in de tachtiger jaren van de achttiende eeuw waarschijnlijk verloren gegaan.
Belangrijkste onderdelen erfenis Kinderen van Frederik Jacob Heereman:
- Frederik Willem wordt heer van Oudegeyn en Geyn en gaat wonen in Keulen
- Frans Ernst Hyacinth wordt heer van Zuijdwijck
- Sylvester Andras (zoon uit eerste huwelijk en priester) wordt heer van Hagesteyn.
- Diderick Johan Ignatius blijft wonen in Roermond en wordt heer van Dever en Lisse. Hij overlijdt op weg naar Münster waar hij ook vaak vertoefde op 9 mei 1780. Op meer dan 10 plaatsen in Nederland had hij nog allerlei goederen, het taxeren heeft meer dan vijf jaar geduurd. Zijn jongere broer Frederik Willem erft Dever. Hij woont zoals gezegd in Keulen. Twee jaar later overlijdt hij. Dever gaat over op een van zijn zonen, Karl Heinrich. Deze gaat in 1786 wonen in Münster. Hij verkoopt in 1785 veel van zijn Nederlandse bezittingen (niet Dever) en van de opbrengst koopt hij Schloß Surenburg in Münsterland aan de voet van het Teutoburgerwald. Aan de noordkant van dit immense en imposante slot is een aan de heilige Aloysius opgedragen huiskapel, die openbaar toegankelijk is. De familie Heereman woont daar nog steeds en is ook nog steeds zeer katholiek! De huidige kasteelheer is Freiherr Constantin Heereman de Zuijdtwijck, een persoon die in Duitsland zeer bekend is als politicus (CDU) en voorzitter van meerdere genootschappen. In de 19e eeuw blijft Dever nog wel bezit van de familie maar vervalt tot een ruïne. Een ander kind van Frederik Willem, Engelbert Heereman, (dus kleinkind van Frederik Jacob) kocht Schloß Wahn in Keulen. (thans onderdeel van de Universiteit van Keulen). Hij is ook de bezitter op dat moment van de Spick en de Steenen trappen in Swalmen en Roermond.
In de Franse tijd was er herhaaldelijk contact met baron Engelbert Heereman van Zuijdtwijck, die in Keulen woonde. Onder andere een brief waarbij alsnog het jachtrecht van de eigenaar van de Spick in Swalmen werd erkend, iets wat Frederik Jacob in 1737 ook al probeerde te krijgen en wat hem doen slechts ten dele lukte.
In 1795 werd een deel van het bos bij de Spick gekapt ter versterking van de stad Roermond, door de Fransen. Alle benodigde bomen werden gemerkt, 4 juli 1795. Van 1796 is er nog een uitvoerig pachtcontract opgesteld in het Frans en Nederlands, ten behoeve van de nieuwe pachters Leonardus Sanders en zijn vrouw Leonora Henderikx. Ondertekend door Joes Thomassen als opmaker van het contract, de pachters en de vader van Leonardus Sanders, Joannes Sanders als degene die borg staat. In 1807 was het weer raak. De eigenaar van toen, Engelbert Heereman van Zuijdwijck, woonde in Keulen en kreeg bericht hierover van de pachter: 12 november 1807: "mogelijk zullen de bomen omgezet worden tot leijen benodigd door het springen van een polvertoren, volgens gerucht sullen wij hier in moeten contribueeren", ondertekend "SSR Kessels". De Spick en de Stenen trappen in de Neerstraat werden niet veel later verkocht.