Goudsmeden, schilders en glasmakers

Specifieke ambachten, met name in Roermond en Maastricht Algemene informatie ambachten (gilden)
Gewandmakers Dekenwevers Linnenwevers Hoedenmakers Kleermakers Knopenmakers Schoenmakers
Pelsers
Witmakers
Smeden Goudsmeden
Schilders
Glasmakers
Metselaars
Leiendekkers
Timmerlieden
Schrijnwerkers
Kuipers
Rademakers
Korvers
Wanmakers
Pruikenmakers
Levensmiddelen Molenaars Brouwers Bakkers Kremers Schippers
Huurvaarders
Kooldragers

Het altaar van O.L.Vrouw in de parochiekerk van Roermond was ten dienste van dit ambacht, later wordt steeds het combinatie-altaar van Rumoldus en Lucas genoemd, welk gedeeld werd met de brouwers. Ook in de processie liepen de goudsmeden en brouwers onder een vendel. (1618, Roermond). Maar de echte patroonheilige was de H. Elegius.

Bij dit ambt werden in 1600 in Roermond gerekend de goudsmeden, de meleren, schilders, glasmakers, wapenstekers en beeldsnijders. Deze laatsten hoorden soms ook bij de timmerlieden. Dit was het kunstenaarsambacht. In 1658 lezen we in de handelingen van de magistraat van Roermond dat het gilde algemeen bekend stond onder de naam St. Lucasgilde. Pierre Bastien krijgt nl. 7 november van dat jaar toestemming lid te worden als steenhouwer van het St. Lucasgilde, op voorwaarde dat hij een groot werk als meesterwerk presenteert of dit voor deze gelegenheid vervaardigt. Als besloten wordt om een gouden Christoffelbeeld op de toren van de kathedraal te plaatsen wordt de opdracht 23-11-1662 vergund aan Gedrard Douven die op 8 maart 1663 te horen krijgt dat hij naar Aken mag gaan om daar de benodigde goudplaten te laten maken. Intussen wordt door goede werklieden aan de kap van de toren gewerkt, per man dagelijks een gulden en twee kannen bier. voor het plaatsen van een kraan wordt 5 rijksdaalders betaald.

In Maastricht bestond het ambacht met regelementen al in 1417. Het meesterstuk was gekoppeld aan het specifieke deel van de beroepsgroep waartoe men behoorde. Vreemde kunstenaars mochten hun beelden alleen op de markt verkopen als ze een aam bier aan het gilde betaalden. Een beroemd voorbeeld van lid van dit gilde is Jan van Steffeswert, beeldsnijder in Maastricht rond 1500. Nog steeds zijn er op diverse plaatsen prachtige beelden van hem aanwezig, zoals in de O.L.V basiliek van Maastricht. Opdrachten kwamen vooral van geestelijkheid en adel, maar ook van broederschappen, bijv. voor het maken van gilde-altaren. Beelden werden door de beeldsnijder als halffabrikaat gemaakt en gingen daarna naar de schilder, die het eindresultaat bepaalde. In 1685 kwam er een verbod aan kerken en kloosters om vreemde schilders en beeldhouwers in te huren. Toen eind 18e eeuw in Roermond steeds meer kunstenaars hun bijdrage aan de ambachtskas begonnen te weigeren ging het in die plaats snel bergafwaarts met het gilde.

 Ziet u slechts 1 pagina?
klik hier voor de volledige website
"Voorouders uit Midden-Limburg"