Johanna van Brabant

Johanna (24 juni 1322 - 1 september 1406) was hertogin van Brabant en Limburg van 1355 tot aan haar dood. Zij was de oudste dochter van Jan III van Brabant, en was twee maal gehuwd. In 1336 huwde zij met Willem IV, graaf van Holland, Zeeland en Henegouwen, aan wie zij reeds van bij haar geboorte uitgehuwelijkt was. Na het overlijden (1345) van haar eerste gemaal hertrouwde zij in 1354 met Wenceslaus I van Luxemburg. Op de afbeelding hiernaast zien we haar met haar echtgenoot.

Omdat haar vader bij zijn overlijden in 1355 geen mannelijke erfgenamen meer achterliet, volgde zij hem in Brabant en Limburg op en moest bij die gelegenheid de Blijde Inkomst verlenen, omdat de steden garanties eisten voor het respecteren van hun privileges. De erfopvolging werd echter betwist door haar zwagers Lodewijk II van Male, graaf van Vlaanderen, en Reinoud III van Gelre, hertog van Gelre, en deze 'familieruzie' leidde tot de Brabantse Successieoorlog.

De financiële nasleep van de Successieoorlog lokte ontevredenheid en beroering uit in de steden, vooral te Leuven. Een Brabantse nederlaag tegen Gulik te Baesweiler op 22 augustus 1371, waarbij haar echtgenoot Wenceslaus werd gevangengenomen, goot nog meer olie op het vuur en veroorzaakte nieuwe binnenlandse moeilijkheden. Toen Wenceslaus tot overmaat van ramp in 1383 overleed, helde Johanna meer en meer over naar haar neef Filips de Stoute, hertog van Bourgondië. Deze liet in 1390 zijn vrouw Margaretha van Male (dochter van Johanna's jongere zus) als haar erfgenaam erkennen, maar slaagde er pas in 1404 in om zijn tweede zoon Antoon van Bourgondië als ruwaard in Brabant te doen aanvaarden.

 Ziet u slechts 1 pagina?
klik hier voor de volledige website
"Voorouders uit Midden-Limburg"