Heksen en wonderbaarlijke genezingen

Heksen

Heksenverbranding 1571 Amsterdam

Roermond, 1613: Na mislukte oogsten, besmettelijke ziekten onder het vee, zoals de runderpest, en nogal wat geboortes van "mismaakte" kinderen e.d. in Gelre en Gulick dacht men dat dit een straf van God was die vertoornd was over de "toverijen" in deze streek. Met als gevolg dat in de week van 24 tot 30 September 1613 64 heksen uit Roermond en omgeving werden veroordeeld tot de brandstapel.

Heksen en tovenaars werden in heel Europa vervolgd sinds ongeveer 1487. Toen namelijk werd de heksenbul van Paus Innocentius VIII (1484-1492) gepubliceerd. Hierin werd beschreven hoe sommige mannen (tovenaars) en vrouwen (heksen) geslachtsgemeenschap hadden met de duivel en vervolgens mensen, vee en veldvruchten betoverden. Er werden inquisiteurs aangesteld om deze heksen en tovenaars op te sporen. In hetzelfde jaar nog verscheen "de Heksenhamer" (Malleus Malefioarum), een boekwerk in drie delen van in toaal 806 bladzijden. Het eerste deel geeft een verhandeling over het fenomeen hekserij in relatie met de duivel. Het tweede deel beschrijft de wandaden van heksen en tovenaars. Het derde deel zegt hoe je heksen en tovenaars door pijnbank tot bekentenissen kunt dwingen en hoe je ze vervolgens verdelgt. (=levend verbrandt). We lezen o.a.: "De heksen koken armpjes en beentjes van kinderen - bij voorkeur van niet gedoopte- en bereiden daaruit een zalf waarmee ze een stoel of een stuk hout bestrijken. Daarop gezeten verheffen ze zich door de lucht." Dit boek en de er aan voorafgaande bul van Innocentius hebben voor een ware vervolgingsgolf gezorgd, die op sommige plekken wel bijna 200 jaar heeft aangehouden. Met name tussen 1590 en 1600 waren er tientallen verbrandingen, o.a. in Asten en omgeving, Utrecht en Amersfoort. Elders in Europa was het vaak nog veel erger.

In het gebied van Gulick, Kleef en Berg zijn er twee periodes aan te wijzen waarin de heksenvervolgingen hevig waren: de eerste periode is tussen 1490 en 1540. In het hertogdom Gulick alleen al werden toen minstens 53 mensen terechtgesteld (vooral Bergheim en Düren), Berg 2 (Ratingen-Angermund), Kleef 11 (Duisburg). De tweede periode valt tussen 1580 en 1650. In Wildenburg alleen al 75 terechtstellingen. Er is nog een laat proces bekend uit 1737-38 uit Gerresheim, waar twee vrouwen worden verbrand. Zie ook dit artikel

In Limburg is er nergens zo fel te keer gegaan als in Roermond en omgeving. Er zijn van 7 processen in de 16e eeuw gegevens bekend. Maar zelfs als de aanklacht niet steekhoudend bleek te zijn was je je leven niet zeker. In juni 1581 werd Kael Merrie uit haar woonplaats Roermond verbannen. De ziekte van enkele dieren en kinderen werden met haar in verband gebracht, maar bovendien was ze niet in Roermond geboren. Twee boden brachten haar buiten de stadspoort. Maar vanaf daar werd ze door een groep soldaten en jongeren achtervolgd. Bij de Roerbrug kregen ze haar te pakken. Ze werd vervolgens de Maas ingejaagd en verdronk. Twee kennissen van haar uit Swalmen waren die dag op weg naar Roermond. Ze waren bang dat Merrie hun misschien zou noemen op de pijnbank, en ze wilden zichzelf komen vrijpleiten. Onderweg kwamen ze een andere Swalmenaar tegen die ook in Roermond moest zijn. Tegen hem vertelden ze wat ze van plan waren. In Roermond aangekomen vertelde deze laatste dat hij met twee heksen was komen aanlopen. Dezelfde groep soldaten en jongeren joegen nu ook deze twee vrouwen de Maas in, waar ze eveneens verdronken. (Hoofdgerecht Roermond invoer nr. 21.) Het hoogtepunt was de heksenjacht van 1613. In enkele maanden tijd werden 64 heksen verbrand. Het was allemaal begonnen met de bekentenis van de 12-jarige dochter van Trijntje van Zittaert.

"Daar woonde een van de overste tooveresse binnen de stad van Roermond, genaamd Tryntje van Zittert, die had een dochter omtrend 12 jaar oud, die ze mede in de duivelse leer deed oefenen, zo dat ze die "volcomelicken" kon. Dit dochtertje liep nog dagelijks met de kinderen op straat te spelen, en begon op het laatst ook enige van haar kunsten onder de kinderen te doen. Te weten: Het spoot uit haar mond geld, garen, lint, spelden, naalden spijkers, stenen, koper en kwaet ijzer, zodat de andere kinderen zeer nieuwsgierig toekeken, en riepen hun ouders om dit wonder te zien, die ook met grote verwondering deze kunsten bekeken. Waaronder, alsof God dit wilde hebben, er een van de Magistraat was, die achterdochtig werd en het de Officier aandiende, die niet lang wachtte. Hij nam het meisje gevangen en bracht het voor de Raad, waar zij de zelfde kunsten deed. De Magistraat vroeg haar wie haar zulks geleerd had. Zij antwoorde: "Daar stond een man met een rood mutsje van rood fluweel op zijn hoofd, die wees met zijn vinger op zijn mond dat hij zwijgen zou. En dat was de Duivel."

De Officier dreigde haar te slaan en in boeien te sluiten, en van angst heeft ze toen bekend van haar moeder. Daarop ging hij terstond, het was de 24 September 1613, en nam de moeder gevangen. Ze "ondersochten se, ende wilde niet lyden, zy wert gepynicht, ende beleet" dat er te Ool, een dorp niet ver van de stad, ene Meester Jan woonde, die "vaendrager van de toovenaers ende tooveressen" was. En ze bekende dat ze de toverij wel 24 jaar gedaan had, en wel 41 kinderen dood getoverd had, met 3 mannen, 7 vrouwen, zonder de beesten en de vruchten. Zij bekende noch 10 toveressen, die samen met Meester Jan van Ool gevangen werden genomen. De eerste toveresse werd 4 dagen na haar gevangenneming verbrand, en haar dochtertje werd in een klooster gevangen gezet. Deze M.Jan van Ool werd onderzocht, gedreigd met pijnigen, en heeft toen veel kwaads bekend. Hij was een beroemde meester, en genas degene die betoverd waren, daarvoor had hij een verbond met de duivel gesloten. En als hij 10 mensen genezen had moest hij de elfde dood toveren. Dit had wel 16 jaar geduurd, zodat hij over de 150 mensen om het leven had gebracht. Gestolen goed deed hij met duivelse kunsten terug komen. Mensen die uit het land waren deed hij in hun gedaante in een spiegel verschijnen. Hij bekende nog 41 toveressen, waarvan er 10 binnen Straelen woonden, 11 binnen Roermond, 15 binnen Wassenberch, en 5 binnen Swalmen, dorpen nabij de stad. De Magistraat van Roermond liet overal weten dat elk de zijne gevangen moesten nemen, gelijk ze deden. De voornoemde bekende nog dat hij zijn vrouw had willen overhalen tot de duivelse toverijen. Maar zij wilde hem geen gehoor geven, hem onderrichtende in Gods woord. Hij heeft toen, omdat hij bang was voor verraad, zijn vrouw met een bijl in stukken gehouwen, en de stukken in een stinkende put geworpen, zeggende dat zij was weggelopen. Zijn straf werd uitgesproken zijnde: levend tot pulver verbrand te worden. En dat gebeurde ook. De andere toveressen bekenden veel kwaads gedaan te hebben, en zeiden veel kinderen dood, kreupel en lam getoverd te hebben. Ook mannen en vrouwen die leven noch sterven konden en in "grote ellendichheid" waren. Haren en "padden gerey" spugend. Sommigen hebben hun eigen vader, moeder, man, kinderen, broers en zussen of hun buren betoverd, zodat die gaan noch staan, leven noch sterven konden. Hiertoe dwong de duivel hen. De wijze Magistraat beval toen dat er elke dag twee verbrand moesten worden tot de laatste toe. Dit gebeurde vervolgens te Roermond, Swalmen en Wassenberg. De Magistraat van Straelen die dit ook gezioen had onderzocht ook de eigen gevangenen, die ook veel kwaads bekenden, zeggende: Hadden we hier nog een jaar mogen wonen dan zouden wij het hele land "woest en vol grouwels" hebben door onze toverij. Zij bekenden ook dat ze mannen, vrouwen, kinderen, en dieren dood getoverd hadden, en vruchten op het veld bedorven, ja door duivelse dwang vader, moeder, broers en zussen, en ook onschuldige kindertjes niet gespaard hadden. Zij bekenden dat er bij Straelen een vroedvrouw woonde, die Entjen Gillis heet, in het dorp Heringen, en die een prinses der toveressen was. De voornoemde magistraat van Straelen hebben de Officier van het dorp gelast haar te vangen, wat hij terstond deed. De voorzichtige Magistraat van Straelen hebben volgens de gewoonte van het recht, de voornoemde toveresse veroordeeld tot het "aen staken tot polver gebrant te worden" wat vervolgens gebeurde. De voornoemde vroedvrouw prinses der toveressen werd door de wet onderzocht; ze bekende meer kwaad dan enig van de anderen, dat ze de toverij 33 jaar beoefend had, en dat ze om-en-nabij de 40 bevruchte vrouwen met hun vruchten had dood getoverd, en wel 150 onschuldige nieuwgeboren kinderkes, zoals zij ze bij de geboorte ontving. Betoverde de vrouwen, dat zij (nadat ze jaren en dagen in grote misere gelegen hadden-"dat een steenen hart mocht ontfarmen-) den dood moesten besueren" Zij had haar man en kinderen ook door toverij "om den hals gebrach". Ze gaf de kraamvrouwen duivels vergif te drinken, en meer van dat kwaads. De Magistraat van het dorp hebben haar zonder genade veroordeeld levend aan een staeck te verbranden, wat ook gebeurde. Ze had grote spijt van haar zonden, en riep menigmaal God aan om gratie. Zo hebben deze voornoemde 64 toveressen met hun vaandrager Mr.Jan van Ool, hun boos leven beeindigd. Hebben volgens bekentenis wel over de 600 onschuldige jonge kinderkens, en over de 400 oude lieden zowel mannen als vrouwen, en meer dan 6000 beesten, zoals varkens, paarden, schapen, etc. dood getoverd. Wel 50 morgen land en 200 boomgaarden bedorven, zodat zij geen vruchten konden voortbrengen. Nog niet eens meegeteld ander kwaad, dat hier wegens tijdgebrek weg is gelaten, evenals de namen van de voornoemde misdadigers." De schrijver van deze kroniek was het hier helemaal mee eens, en voegt nog toe: "Noch zynder ongoddelycke menschen, die seggen, dat tooveren een vrye conste is, ende sonder sonde geschiet, ja vragen noch waert geboden is dat mense dooden soude. Ic segghe contrarie dat het een duyvelse conste is, ende van God vervloect. Want God zegt Exod. Cap.22, vers.18.De tooveressen en zuldy niet laten leven. Ick meene, dat de vrome voorsichtige Magistraten ende Justitie van God ingeset zyn als wachters over onse zielen, om tgoede te beschermen ende tquaet te straffen."

Uit: Kroniek der Stad Roermond door Friedrich v.Nettesheim
Zie ook: Maas en Swalmdal 12 1992, pag. 139-147 Giel Geraedts

In de jaren 1614-1616 werden in Roermond nog vier en in Swalmen nog twee heksen verbrand. Er zijn vele stukken verloren gegaan, daardoor is niet met zekerheid vast te stellen wanneer in deze regio de laatste heksenverbrandingen waren. Voor zover nu bekend waren de laatsten dus in Midden-Limburg in 1616.

Wonderbaarlijke genezingen

Het tegenovergestelde, wonderbaarlijke genezingen door heiligen, kwam ook voor, getuige het verslag uit 1688 van Roermond, waar duizenden mensen op de been kwamen voor een bezoek van een Capucijner die mensen kon genezen.

Italiaanse Kapucijn Pater Marcus D'Aviano preekt op de Markt (22 juli) 18 juli: J.van den Bossche meldt dat de Zeer Eerwaarde Pater Marc d'Aviano, capucijn, op verzoek woensdag over Viersen naar Roermond zal komen. Hij zal woensdag (vanuit Roermond) naar Venlo gaan, donderdag de benedictie geven te Roermond en dan vrijdag naar Keulen reizen. Er zal een theater (tribune) voor het stadhuis geplaatst moeten worden. De Magistraat geeft den volke kennis, dat de pater de 22 in de stad zal komen; om eenieder de effecte van zijn zalige Benedictie te doen genieten, wordt zulks gepubliceerd. De Magistraat zal hem verwelkomen en met 8 apostelen wijn vereren. Enige der oude en jonge schutten zullen het theater met pieken bewaken. De stadsdienaars zullen met partizanen, de portiers en nachtwakers met halve pieken dienst doen. Het theater viel later in, nadat de benedictie gegeven was; en veroorzaakte confusie; dit gaf aanleiding tot een onderzoek en veroordeling der timmerlieden, die later werden begenadigd op voorspraak van de Gouverneur.Uit: Handelingen van de Magistraat door A.F.van Beurden."Hier vermocht hij uit twaalf tot veertien mensen de duivel te bannen. Op de Markt werd hij ontvangen door de voltallige magistratuur. Voor het stadhuis was een podium opgericht. Nadat de pater aan de toegestroomde menigte de zegen had gegeven, stortte de verhoging in. Blijkbaar niet stevig gebouwd, was zij door het opdringen der mensenmassa bezweken. Volgens een nog bewaarde brief van jhr.Clant, geschreven vanuit zijn huis Verduijnen te Echt aan zijn broer in Groningen, bevonden zich op de Markt zelf, in de aangrenzende straten en op de daken der woningen een 40.000 mensen. Tijdens de preek en de benedictie zag men lammen en kreupelen opstaan en zieken voelden zich weer gezond. Na afloop van de plechtigheid was de Markt als bezaaid met krukken, doeken en windsels. Ook het stadhuis lag er vol van zodat een kar nauwelijks voldoende was ze weg te voeren. Clant deelt in zijn brief ook mee dat de pater geregeld onder bewaking moet staan. Zo niet, dan worden hem de kleren van het lijf gerukt en kan hij zich nauwelijks een weg banen door de menigte. Onder de wonderbaar genezenen bevond zich ook de gravin van Manderscheidt, abdis van Thorn. Ruim drieëndertig jaar had zij te bed gelegen."

Uit: Roermond Vroeger en Nu van Baron v. Hövell tot Westerflier

Tekening van Jan de Beijer uit 1739: De markt te Roermond. Hier vond dus 50 jaar eerder het bezoek van D' Aviano plaats. Rechts zie je het stadhuis, vlak er bij de put, ontmoetingsplaats om water te tappen en waar verordeningen werden omgeroepen.

Ook is er een zeer uitgebreide studie gepubliceerd over het bezoek van Marcus D'Aviano te Roermond in de "Spiegel van Roermond", Rura 1997, door Prof.Dr. Peter Nissen. Deze persoon blijkt nog steeds vereerd te worden, terwijl hij in Roermond vergeten is. Zo werd er op Radio Vaticaan vermeld dat op 12 sept.1999 tijdens een herdenkingsmis in de Stephansdom (Wenen) door Kardinaal Schönborn de hoop werd uitgesproken dat D'Aviano spoedig heilig verklaard zal worden! (Op de internet-site van het plaatsje Aviano in Italië werd hij nu al Sint genoemd!) "De Kapucijner-monnik D'Aviano had wezenlijk bijgedragen tot de overwinning tegen de Turken in 1683, ter gelegenheid waarvan een bedevaart gekomen was van uit Venetie-Friaul naar Wenen". Er bleek ook een tentoonstelling te zijn in Wenen, van 16 juni 2000 tot 5 januari 2001 over Marcus D'Aviano. En op ettelijke plaatsen wordt de "De slag op de Kahlenberg" genoemd; daar heeft op 12 september 1683 D'Aviano, als gezant van de Paus en de Keizer, voorafgaand aan de grote slag tegen de Turken, de mis gelezen voor de Keizer en de Poolse Koning Johannes Sobieski en alle andere krijgsheren. Pater Marcus D'Aviano sloot de mis niet af met de gebruikelijke woorden "Ite missa est" maar met de profetische uitroep: "Joanne vinces- Joannes jij zult zegenvieren!" De overwinning tegen de Turken werd dan ook aan D'Aviano toegeschreven. Hij overleed 13 augustus 1699 te Wenen en ligt naast de Keizer begraven in de Kapucijnerkerk te Wenen. Feitelijk is de overwinning te danken aan de Poolse koning Sobieski. Na het behalen van de overwinning schreef Sobieski een lange brief aan zijn vrouw Marysienka, waarvan hieronder een gedeeltelijke vertaling:

'Enige vreugd van mijn ziel, betoverende en meestgeliefde Marysienka!
God zij voor eeuwig geprezen! Hij heeft de overwinning aan onze natie geschonken! Hij heeft een overwinning geschonken die in de voorbije eeuwen nog nooit is aanschouwd. Het hele kamp van de muzelmannen, al hun artillerie, oneindige rijkdommen zijn in onze handen gevallen. De wegen naar de stad, de velden rondom, zijn overdekt met de doden van het ongelovige leger, en de resten ervan vluchten in ontsteltenis. Onze mensen brengen ons elke minuut kamelen, muildieren, ossen en schapen, die de vijand bij zich had, en daarnaast een ontelbare hoeveelheid gevangenen. …'

Bij een mis in de kathedraal van Wenen, bad de priester: "Er was een man, gezonden door God, wiens naam Johannes was," daarmee zowel op de apostel als op de aanwezige Sobieski doelend. De overwinning op de Turken was een keerpunt in de Europese geschiedenis. De oorlog zou nog een paar maanden duren, maar vanaf dat moment waren de Turken op de terugtocht en de Europese vorstenhuizen en burgers haalden opgelucht adem.

Het stuk over pater D'Aviano is overgenomen uit: www.historie.roermond.net (kalendarium)
Het laatste stukje over Sobieski komt van: http://www.geocities.com/couprie/historie/sobieski/

 

 Ziet u slechts 1 pagina?
klik hier voor de volledige website
"Voorouders uit Midden-Limburg"