De kerkvisitaties na het concilie van Trente tot aan de Franse tijd in het bisdom Roermond

Van 1545-1563 vond het Concilie van Trente plaats, als een uiterste poging om het tij van de reformatie te keren en de mistoestanden in de katholieke kerk aan te pakken. Vlak daarna volgt in de gebieden die vallen onder Karel V een herindeling van de bisdommen. Er komen veel meer bisdommen bij. Een deel van het huidige Nederlands Limburg en een deel van het omringende gebied komen bij het nieuwe bisdom Roermond. De tijd blijft nog zeer roerig met veel krijgshandelingen. De eerste bisschop van Roermond gaat de al eerder bestaande praktjk van het visiteren van parochies voortvarend aanpakken. Het is het begin van een periode van ongeveer 200 jaar waarin met een zekere regelmaat alle parochies bezocht worden. In de beginperiode wordt er vooral gekeken naar de eerbiedwaardigheid en het functioneren van de pastoor, de kwaliteit van de verzorging van de diensten en godsdienstoefeningen, het registreren van het mogelijke gevaar van eventueel aanwezige "ketters" e.d. Iets later verschuift het accent naar vooral een inventarisatie van alle aanwezige kerkschatten en de inkomsten en uitgaven van een parochie. Per parochie zijn er soms verschillen die te maken hebben met de ontwikkeling van de politieke toestand. Zo zijn veel katholieke parochies in Zuid-Limburg in de verdrukking gekomen toen ze te maken kregen met de overheersing en beknotting in de Staatse periode van 1648-1794. De bisschop mocht deze parochies niet bezoeken, een delegatie kwam dan in naburige Spaanse, later Oostenrijkse gemeentes waar de bisschop wel mocht komen. Alle visitaties van voor 1665 zijn door een grote stadsbrand in dat jaar in Roermond verloren gegaan. Ook zijn er nog andere visitatieverslagen verloren gegaan, zodat er geen eenduidige onderling vergelijkbare lijn te maken is in de betreffende periode 1665-1794 van alle parochies in het bisdom Roermond. De visitaties van het bisdom Roermond tot aan de Franse tijd zijn in 2013 uit het Latijn vertaald en online gepubliceerd

In 1960 is er een boek uitgekomen over de kerkvisitatie van 1569, al snel na afloop nog van het concilie van Trente, in het aartsdiocees Keulen ("Die Visitationsprotokolle der ersten Nachtridentischen Visitation im Erzstift Köln unter Salentin von Isenburg im Jahre 1569", August Franzen). Het blijkt dat daar al in 1549 opgeroepen werd tot visitatie vanwege de ernstige problemen in het bisdom. Aartsbisschop Hermann von Wied wil het bisdom van binnen uit reformeren. We zien ook dat de oorspronkelijke functie van bisschop "opzichter, epi-scopos" tot voor kort ver weg was. De bisschop van Keulen was sinds de Ottoonse tijd meer een wereldlijk heerser, die ook nog als keurvorst een zegje had in de Rooms-Duitse politiek van de Duitse keizers. Hij gedroeg zich dan ook vooral als een legeraanvoerder en bemoeide zich nauwelijks met het zieleheil van de gelovigen. Dat was een van de dingen waar Hermann von Wied anders tegen aan keek. Hij organiseerde een synode, daar kwamen statuten uit voort en de volgende stap was het organiseren van een uitgebreide visitatie van parochies, kloosters en andere kerkelijke instanties. Er was behoorlijk wat weerstand, vooral ook van de wereldlijke vorsten van Jülich, Kleve en Berg, die ook onder het bisdom Keulen vielen. Daar begon de leer van Luther al aardig te wortelen en de hertogen stonden daar niet gelijk onwelwillend tegenover. Diverse pogingen liepen daardoor op niets uit. Pas in 1569 is het dan zover. Twee jaar daarvoor was Salentin von Isenburg tot bisschop gekozen, pas 35 jaar oud en vol van zins het ware geloof weer te herstellen. De Keulse bevolking had alle vertrouwen in hem, er heerste een soort jubelstemming. Maar het begon al met een conflict met Rome toen hij weigerde belasting aan de Romeinse curie te betalen. Maar de Duitse keizer Maximiliaan, broer van de overleden Karel V, hield de bisschop de hand boven het hoofd. Daardoor durfde de paus niet in te grijpen. Deze paus, Pius V, was zelf uiterst vroom en wilde dat hij en de bisschoppen het goede voorbeeld gaven. Salentin was getrouwd en had zich niet tot priester laten wijden, iets dat in die tijd niet ongebruikelijk was, maar de paus vond dat dat niet meer kon. Tot overmaat van ramp liet de bisschop en de stadsraad oogluikend protestantse vluchtelingen uit de Nederlanden toe en zelfs Lutherse predikanten mochten er hun gang gaan. Intussen deed de adel wat ze wilde en trok zich nergens wat van aan. Desondanks wist de bisschop een deel van zijn plannen te verwezenlijken en toch een kerkvisitatie te laten plaats vinden, in het deel dat direct onder zijn wereldlijk bestuur viel. Men begon zo in de stad Keulen zelf. Daarna volgden omringende steden en dorpen. Dit alles in niet veel meer dan 9 maanden. De voornaamste dingen die werden onderzocht waren de volgende:

De eerste visitaties vanuit het bisdom Roermond vonden plaats in het einde van de 16e eeuw, maar door de stadsbrand in 1665 is alles tot die periode verloren gegaan. Tussen 1600 en 1665 was het katholieke geloof weer stevig in de schoenen komen te staan. De problemen en onderzoeken zoals die in Keulen in 1569 plaats vonden waren al niet meer aan de orde. Zeer spijtig, want vooral de eerste tijd is waarschijnlijk in historische zin de meest interessante geweest. Toch blijft er ook in deze kerkvisitaties nog veel te lezen dat een aanvulling is op andere historische bronnen.

De kerkvisitaties van Swalmen in 1666, 1669, 1672, 1675, 1677, 1703 en 1742

De kerkvisitaties van 1666, 1669, 1703 en 1742 zijn nog in hun geheel bewaard gebleven. Daarnaast zijn er nog fragmenten van de visitaties van 1672, 1675 en 1677. Hieronder een overzicht waardoor een zeker beeld ontstaat van de financiële situatie en de ontwikkeling daarvan in die jaren van de Lambertuskerk. Dat kan door te kijken naar de aanwezigheid van kerkzilver en de kwaliteit van onderhoud van bijv. kerk, kerkhof enz. Van 1672, 1675 en 1677 zijn slechts fragmenten bewaard. Waarschijnlijk zijn deze visitaties ook veel vluchtiger geweest. Opvallend is hoe bijv, in 1742 terugverwezen wordt naar de visitatie van 1669 of van 1722, welke duidelijk veel uitgebreider waren. Jammer genoeg is het verslag van de visitatie van 1722 verloren gegaan. Ook de visitatie van 1750, welke zeer uitgebreid was, is er niet meer.

 
1666
1669
1672
1675
1677
1703
1742
Pastoor Ten Haeff Joannes de Haeff     Adolphus Volquijn Gerardus Dolmans Zelfde als in 1722
Verplichtingen Zondags Hoogmis zingen en preken Zondags Hoogmis zingen en preken, op de vrijdag van elke week een mis te lezen op het altaar van het Heilige Kruis dat is geïncorporeerd in het pastoraat vanwege de dubbele zorg.       Zondags Hoogmis zingen en preken, bineren in Asselt. Opgedragen moet worden, dat op zondag voor het feest van Sint-Jan in Asselt en in Swalmen 'de bruyten' oftewel de bruiden niets van de inkomsten van de kerk uitgeven. En er moet opgedragen worden, dat het Allerheiligste niet aanwezig is bij een processie waarbij een draak aangevallen wordt, of als de parochianen willen toestaan dat de draak niet aangevallen wordt, dan zal het Allerheiligste kunnen meegaan met de processie. Afgezien van de gebruikelijke lasten is hij verplicht tot het lezen van een mis op vrijdagen ter ere van het Heilige Kruis, zoals in de visitatie van 1669, welke verplichting in de visitatie van 1722 vergeten is (In Asselt). Men zegt dat dit een mis met vrije intentie is. Kapelaan of vicepastoor is de eerwaarde heer Petrus Henricus Bosman, aangesteld op 21 juni 1718. De inkomsten van de kerk en de armen worden zoals de goederen van anderen bezwaard met belastingen. De goederen van de broederschappen zijn vrijgesteld. Hierover moet de gemeenschap vermaand worden, dat ze minstens zoveel opbrengt of schenkt voor de kerk en de armen als ze voor de broederschappen doet, of dat ze tenminste de inkomsten van de kerk en de armen te hulp komt, wanneer die te gering zijn. De landdeken wordt erbij geroepen, opdat de bovengenoemde rekeningen van de kerk en de armen worden afgelegd
Pastorie Wordt gebouwd Nieuw gebouwd in 1666, onderhoud ten laste van de pastoor       Het pastoraat heeft 100 malder zoals de heer pastoor meegedeeld heeft. De inkomsten van de kerk lopen op tot 100 pattacons per jaar In het archief moet gekeken worden, of er voldoende registers worden gevonden van de inkomsten van de pastoor, de vicepastoor, de beneficiant van de Heilige Georgius, het officie 'den nabuerendienst', de kerk, de armen, de kosters, de schoolmeester en de organist, anders moeten ze hiertoe verplicht worden
Grote tienden Pastoor en kartuizers ene helft, de vrouwe de Magnii en het huis de Creveceur in Asselt hebben de andere helft Pastoor en kartuizers ene helft, de vrouwe de Magnii en het huis de Creveceur in Asselt hebben de andere helft         at betreft de tienden, reparaties van de kerk, godslampen, biechtstoelen enz. alles zoals in de visitatie van 1722; de gemeenschap repareert al bijna tien jaar ook de toren en wanneer de inkomsten van de kerk tekortschieten komt soms ook de gemeenschap te hulp
Novale tienden Koning van Spanje Koning van Spanje          
Biechtstoel aanwezig            
Reparaties Ten laste van de kerk            
Hoogaltaar Gewijd en van alles voorzien         Het hoogaltaar is gewijd. De koster moet binnen twee maanden een inventaris van alle misbenodigdheden van de kerk maken op straffe van een halve rijksdaalder  
Tabernakel Met daarin schitterende monstrans is van zilver, deels verguld met een grote heilige hostie; een schitterende zilveren ciborie waarin enige kleine gewijde hosties zijn en 3 tinnen vaatjes voor de Heilige Oliën. Schitterend en goed gesloten waarin ook een zilveren monstrans hier en daar verguld met een grote gewijde hostie, een zilveren ciborie met vele kleine gewijde hosties en drie tinnen kannetjes voor de heilige oliën   Een zilveren monstrans wordt momenteel in Roermond bij de paters minderbroeders bewaard vanwege het gevaar van rovers. Ook een zilveren ciborie en een zilveren kelk, niet verguld, eveneens bij hen. In het tabernakel zelf echter bevindt zich nu een koperen vergulde ciborie met nog wat kleine gewijde hosties   zoals de in visitatie van 1669 en in de visitatie van 1686 Een zilveren remonstrans, een grote zilveren ciborie, een kleine ciborie met een boekje van de H. Olie daarop staande om de zieken te administreren, 5 corporalen, 20 purificationen, 5 grote handdoeken, 10 kleine handdoeken om op het altaar te leggen, 6 alben en 8 amicten, 6 singels, een communiedoek, 6 dwalen, een koorkap van rode damast, 2 grote vanen en een kleine vaan, een kazuifel met twee dienstsokken van zilverlaken, een kazuifel met twee dienstsokken van damast met een witte grond en purper bloemen, 6 antependiums, 3 witte, 2 rode , 2 violette ,2 groene, 2 zwarte kazuifels allen met velums, 3 crucifixen op het altaar, 8 verzilverde luchters, wijwaterkelken, 6 koperen luchters, "henke lucht?", wijnvat met godswijn, een krans waar de remonstrans in staat, 2 borden met twee paar ampullen, een koperen godslamp. G. Crijnen, koster van Swalmen  
Godslamp Brandt overdag. De lamp is gesticht tegen 25 bekers olie ten laste van de kerk De lamp is gesticht tegen 25 bekers olie ten laste van de kerk       Ze heeft een stichting voor 35 bekers olie om tenminste de hele dag te branden, en er moet een bijzondere opdracht komen  
Dwalen ? 10     11    
Antipendia 6 6          
Kelken 1 grotere van zilver en 1 met een zilveren kom met een koperen voet. 1 grotere zilveren niet vergulde en een zilveren vergulde met een zilveren cuppa en koperen voet       Eén van zilver, volledig verguld, de ander van verguld zilver met een koperen voet  
Ampullen 2 paar 2 paar tinnen     2 paar Twee paar van tin  
schaal           Een tinnen schaal  
Kazuifels 9 9 kazuifels, en wel 2 witte, 4 rode, 2 zwarte en een met verschillende kleuren 8   er zijn 2 rode, 2 witte, 2 zwarte, een groene en een violette  
Dalmatieken, tunieken 2 een dalmatiek en tuniek van een witte kleur          
Koorkappen 1 1 rode       Een vrij indrukwekkende koorkap  
Alben 6 6   4 4    
Wierookvat 1 bronzen       een van koper met een scheepje  
Romeinse missalen 2 mooi ingebonden exemplaren. 2, goed gebonden       een zeer goed, een ander nogal versleten, een derde dat het feesteigen van de patroonheilige bevat  
Antiphonarium 1 ?       1  
Graduale 1 ?       1  
Processionalia 3 3       3  
Pastoralia 3 3       2  
Jaargetijden   2 namelijk 1 van de heer Gerardus Schincx vroeger kanunnik te Luik van Sint Lambertus gesticht tegen 24 gulden Roermonds geld jaarlijks onder 12 arme dienaren te verdelen en de pastoor heeft voor het officie 3 ½ gulden van hetzelfde geld; vervolgens heeft de koster met de zangers 2 ½ gulden. Ook Judith Smit tegen 1 gulden Roermonds geld voor de pastoor 1 schelling voor de koster etc 1 schelling, voor de kerk 1       jaardiensten zoals in de visitatie van 1669; er komt nog een andere door Henricus Jannissen gestichte bij, kapitaal 50 guldens waarvan de eerwaarde heer pastoor 2 guldens heeft en de koster 10 stuivers. Deze dienst is echter op 1 april  
Doopvont van steen, in zijn geheel schitterend, goed gesloten en vergrendeld tussen houten tralies aan het einde van de kerk aan de epistelzijde van steen, heel, schitterend, goed gesloten en vergrendeld tussen houten tralies       In orde Bovendien moet de gemeenschap worden gemaand, dat voor een andere steen voor de doopvont wordt gezorgd en dat die wordt overgebracht naar het uiteinde van de kerk, waar vanaf heden een afscheiding met hekken is gemaakt
Afbeelding Johannes de Doper Ontbreekt Ontbreekt Het beeld van Johannes is aanwezig zoals het behoort        
Koster Joannes Coenen Joannes Coenen, aangesteld door de Heer       G. Crijnen. Aan de koster moet opgedragen worden, dat hij nauwkeuriger is bij het vegen van de kerk, omdat ze hier en daar zeer vuil is, slechts wat de vloer betreft, en wat het uurwerk betreft moet hij oplettend zijn bij het stellen van de klok Koster is Godefridus Crijnen in Swalmen en in Asselt Hendricus Coenen; beiden worden aangesteld door de wereldlijke heer
Kosterswoning geen geen         Niemand heeft een eigen huis
Kerkmeesters   worden aangesteld door de edele heer, de pastoor en schepenen       Registers, kerk- en armenmeesters en hun rekeningen zoals in de visitatie van 1669 Kerkmeesters in Swalmen Robertus Pijpers, in Asselt Jacobus Heynen Ze worden aangesteld door de pastoor en de schepenen, de rekeningen worden afgelegd in bijzijn van de pastoor en de schepenen
Armenmeesters   worden aangesteld door de edele heer, de pastoor en schepenen         armenmeester Henricus Wynen. Hij wordt aangesteld door de pastoor en de schepenen, de rekeningen worden afgelegd in bijzijn van de pastoor en de schepenen
Catechismus Paters Jezuïten, onbezoldigd, beloond door gemeenschap Paters Minderbroeders, onbezoldigd, beloond door gemeenschap De heer pastoor geeft catechismusles in plaats van de preek in de advent en in de vasten, in welke tijd hij af en toe ook na het middagmaal catechismusles geeft Catechismus vindt nu niet plaats. De heer pastoor zal het doen op een passend tijdstip naar zijn vermogen.     Onder de ochtendmis in Swalmen en Asselt is er een preek of catechismus afgezien van het catechismusonderricht van de kapelaan
School Adrianus van der Venne, bezoldigd door ouders en door kerk     De school wordt gehouden door Arnold Meuters Arnoldus Meuters   Schoolmeester Petrus Henricus Menten is minderjarig; de taak wordt vervuld door Godefridus Crijnen die aangesteld is door de plaatselijke heer ofwel de wereldlijke heer persoonlijk, hetgeen in strijd is met de visitatie van het jaar 1722, waar toegevoegd wordt dat hij ook tevens wordt voorgedragen door de pastoor
Beneficie 1: Altaar Georgius Niet gewijd, slechts voorhang Niet gewijd, een voorhang, 2 dwalen en twee bronzen kandelaars Aan de evangeliekant heeft het altaar nu een schilderij de twee dwalen beschreven bij de voorlaatste visitatie vielen onder de kerkfabriek en die zal voor de rest zorgen Voorhang. Feitelijk heeft het geen ornamenten [beschadiging papier] waarbij dat feitelijk verborgen wordt gehouden vanwege de tijden   Alle beneficiën en officies zijn samengevoegd zoals boven bij de kapelanie met zielzorg, in het jaar 1700, behalve het beneficie van de Heilige Georgius
Rector Franciscus Fabri met als verplichting één heilige mis per week naar believen. Moet ook zorgen voor alle nog ontbrekende dingen die bij altaar horen Franciscus Fabri met als verplichting één heilige mis per week naar believen. Moet ook zorgen voor alle nog ontbrekende dingen die bij altaar horen     Arnoldus Meuters   Rector van dit beneficie is de eerwaarde heer Bruynen, die afwezig is. Hij is verplicht tot een wekelijkse mis op een niet vastgestelde dag. De heer pastoor dient de mis. Patroon is de heer pastoor
Beneficie 2: Altaar Maria Niet gewijd, slechts voorhang Niet gewijd, slechts voorhang         verschillende beneficies zijn samengevoegd volgens het document van 18 mei 1700, dat bekeken kan worden in het archief. Deze samenvoeging heeft al zijn volle effect na de dood van de eerwaarde heer Petrus Conrardi de laatste rector van een van de samengevoegde beneficies. Patroon van het pastoraat en de genoemde kapelanie met zielzorg is de wereldlijke heer van beide plaatsen, nu de markies van en in Hoensbroek
Rector Arnoldus Meuters, zoon van de schout. De verplichtingen zijn 2 missen per week naar believen. Moet ook zorgen voor alle dingen die bij altaar horen Arnoldus Meuters. Lasten zijn 2 missen per week naar keuze, maar nu wordt er slechts een gedaan vanwege de geringe inkomsten; bedienaar is de heer pastoor Arnold Moren Arnold Moren      
Officies       Er is één officie, in de volksmond de Nabuerendienst en N. Quyten is voorgedragen door de gemeenschap, tegen welke voordracht de edele wereldlijke heer ageert. Momenteel loopt een proces in de kanselarij met betrekking tot het patronaatsrecht   Het officie ' de Naburendinst' is een kapelanie in Swalmen; bezitter is Wilhelmus van Cuijck Er is ook een ander officie dat in de volkstaal 'den nabuyrendienst' wordt genoemd. Het bestaat in de eerste mis in Swalmen; patroon is de pastoor enerzijds en de wereldlijke heer met de schepenen anderzijds; het wordt ook opgedragen door de heer kapelaan ofwel de vicepastoor; die bineert in Swalmen en Asselt door een toestemming van de zeer doorluchtige bisschoppen zoals zijn voorgangers. De inkomsten van dit officie zijn naar men zegt zeer gering en brengen nauwelijks tien rijksdaalders op
Broederschappen   3, en wel van de Heilige Georgius, van de Heilige Johannes de Doper en van de Heilige Antonius op welke dagen een plechtige mis gezongen wordt ten laste van genoemde broederschappen.         Broederschappen zoals in de voornoemde visitatie. Hun inkomsten worden verteerd door de medebroeders. Bij de feesten van de patroonheiligen wordt een mis gezongen, de medebroeders maken een offergang en offeren wat ze willen. Volgens de samenvoeging zijn de inkomsten van de broederschap van de Heilige Sebastiaan geïncorporeerd in de kapelanie, maar wat dit punt betreft heeft de samenvoeging nooit effect gehad door tegenstand van de medebroeders
Kerkhof Door muren omgeven Door muren omgeven         De muren van het kerkhof zijn niet voldoende door de gemeenschap gerepareerd, maar er ontbreekt een heg, waarover ook de gemeenschap gemaand dient te worden