Kroniek van Roermond 1600-1800

Kinderen
Hygiëne
Muziek
Soldaten
Overig

In Roermond was er naast een schepenbank ook nog een Raedsvergadering. De leden hiervan, voor het leven benoemd, werden ook wel "Raedsverwanten" genoemd. Er werd op vaste dagen vergaderd (begin 17e eeuw altijd op donderdag, later op maandag en vrijdag.)

Raadszaal stadhuis Roermond, tegenwoordig in gebruik als ruimte waar huwelijken worden gesloten
Foto Pieter Simons september 2006

De "Ritzburgemeester" mocht nog andere dagen bepalen om de zaken die eerder "geparinstrueerd" zijn af te doen. (de handelingen van de magistraat der stad Roermond dl II pag. 4)Om een nog beter beeld te geven van het bestuur van in dit geval Roermond, de complete inleiding van A.F. van Beurden uit 1902 bij zijn boeken: "De handelingen van de magistraat der stad Roermond".

De handelingen van den Magistraat of de donderdagsche protocollen.

De Donderdagsche protocollen dragen hun naam, naar den wekelijkschen vergaderdag der Roermondsche Raden.
Zij zijn goed bewaard, in folio op zwaar oud Hollandsch papier geschreven en zijn in het gemeente-archief aanwezig. Het schrift is over het algemeen vrij duidelijk, soms erg slordig. De belangrijkheid hangt niet alleen af van het behandelde, maar ook van de persoonlijke opvatting van den Secretaris, die boekte, wat hij 't meest noodig en belangrijk vond.
Tot beter begrip van de verschillende vermelde feiten, geven wij hier een schets van de inrichting van den Magistraat. De samenstelling werd beheerscht door het previlegie van 14 September 1371 door Hertog Reinoud III aan Roermond geschonken. Schepenen en Raden waren voor 't leven gekozen en kozen zelf nieuwe bij het afsterven. De keuze moest door den Hertog bekrachtigd worden. De Magistraat benoemde de Raedtsverwandten. Er waren twee burgemeesters, de regeerende of Ritzburgemeester en de betalende of Peijburgemeester. Deze werden voor één jaar op 22 februari (St. Peterstoel) gekozen. De Ritzburgemeester door de Raedtsverwandten uit het Wethouderscollegie, de Peijburgemeester door de schepenen uit de gemeente.
Er waren 2 secretarissen. De Burgerij koos een tweeden Raad of het collegie der Tienmannen, eerst zes, later 10 mannen; aan het hoofd stond de vrouwen- of vroedenbroeder. Zij werden alleen door de gemeente uit de hoofden der gilden of gezorenen en de gilden gekozen. Later werden de Tienmannen voor 2 jaren telken jare in de maand Juli benoemd, 5 uit de verschillende groote ampten. De Magistraat benoemde ook ieder jaar de gezworenen van het bakkers- en cremerampt, die toezicht op het brood hielden. De Scholtis was de vertegenwoordiger van den Hertog in zaken over vreemden en in halszaken. Het schepengerecht oefende rechtspraak uit tusschen de burgers onderling en de burgers en vreemdelingen.

Als je dit leest krijg je al sterk de indruk van een vrij modern bestuur. Er is om te beginnen in Roermond een duidelijke scheiding van burgerzaken en strafzaken. De raedtsverwanten zijn te vergelijken met de tegenwoordige gemeenteraad. Zij kiezen een burgemeester, die hen o.a. vertegenwoordigt bij belangrijke beslissingen bijv. op de landdag. De benoeming is voor een jaar. De peijburgemeester wordt door de schepenen gekozen. Hij houdt zich uitsluitend met het geld bezig, zorgt dat er bij feesten en het bezoek van hoogwaardigheidsbekleders wijn is enz. In rang is deze burgemeester duidelijk niet zo belangrijk, wat bijv. blijkt uit zijn plaats in de jaarlijkse processie. De schepenen vormen een soort rechters die zich vooral met strafzaken bezig houden. Ook de inspraak van de tienmannen, vertegenwoordigers van de middenstand, wijst al op groeiende democratische beginselen.

Van Beurden heeft begin 20e eeuw een uittreksel gemaakt van de notulen van deze raadsvergaderingen. Ze bevatten een schat van gegevens. De twee boeken hebben aan het einde een register waarin alle genoemde namen van personen worden opgesomd en de pagina's waar ze worden vermeld. Mensen met voorouders uit Roermond kunnen op die manier met wat geluk persoonlijke dingen vinden over hun familie. Zelfs met dit uitgebreide uittreksel is het al mogelijk om wetenschappelijk onderzoek te doen naar bijv. gebruiken rond bepaalde ambachten, de geschiedenis van historische gebouwen enz. Ik heb deze boeken gebruikt om enkele specifieke dingen op een rijtje te zetten: wat kunnen we leren over kinderen en onderwijs, over de hygiëne in een stad, over muziek, over soldaten in de stad en een rubriek die ik "overig" noem. Hierin staan vooral dingen die iets zeggen over het weer, over ziekten, over omgaan met religies, bedelaars, over hulp aan anderen en nog meer.

De magistraat van een stad leest een ordonantie voor.

Miniatuur uit Jac. de Guise "Chronique de Hainaut", Koninklijke bibliotheek Brussel.

 

Zie ook: Ambachten, burgers van Roermond 1562-1697

 Ziet u slechts 1 pagina?
klik hier voor de volledige website
"Voorouders uit Midden-Limburg"