Oirsbeek rond 1790: Eten en drinken

 

In de vorige eeuw dronk men in het land van Valkenburg bijna nooit in het morgenuur koffie, zoo als nu; maar men nam als morgenbrood: pap, zoete melk, karnemelk, bierpap, soep met groenten, erwten- of boonensoep, of ook wel eens een glas bier met eene boterham, besmeerd met kaas of boter. Van daar, dat op vele dorpen nog heden het verorberen van het morgenbrood, "de soep eten" genoemd wordt. Bij het middagmaal werden maar zelden aardappelen gebruikt. Bij gelegenheid der kermis of van eene bruiloft werd wel eens eene portie aardappelen voorgezet, die men meestal in den tuin, maar zelden in het veld aankweekte. Men at kool (moes), wortelen (moren) pastenaken, boonen, erwten, zuurkool enz, Ook de vorken of fourchetten waren maar weinig in gebruik; men at met houten- of tinnen lepels en het vleesch werd op een stuk brood aan reepjes gesneden. Varkensvleesch was de gewone kost, en des vrijdags eijeren; het zoogenaamd versch of zoet vleesch van runderen, schapen enz. kwam alleen bij feestelijke gelegenheden, wanneer er kermisgasten verzocht waren, op tafel. Men at in den regel wat de boerderij gaf en daar men maar weinig kon verkopen, leefde de boer met zijn huishouden er goed van. Des avonds werd wel eens opgewarmde "potagie" van den middag voorgezet; ook at men des avonds dikwijls salade met een bijvoegsel van saus, maar zelden aardappels; daarna volgden eene boterham en bier. Uit het menigvuldig verbruik van salade bij het vesperbrood stamt nog heden de gewoonte van het avondeten "de salade" te noemen. De voorname boeren gebruikten tafellakens en servetten en aten uit afzonderlijke borden van tin of porcelein; maar bij den gewonen boer tastten al de dischgenooten, knechten, meiden en kinderen in de gemeenschappelijken schotel van Bronshemer aardewerk, die in het midden op de tafel stond. De meester en zijne huisvrouw zaten de tafel voor en aten evenwel dikwijls uit afzonderlijke borden of telders (taljoren). In vele huizen was de eettafel tegen den muur door middel van scharnieren gehecht, zoodat zij, beurtelings buiten dienst kon gesteld en neergelaten worden. Ook had men in enkele huizen zware eiken tafels, waar men geen borden op zette, maar die voorzien waren van diepe kuiltjes in den vorm van een bord, waaruit meestal de kinderen aten. Na het gebruik werden deze kuiltjes met warm water netjes uitgebroeid en gereinigd. In andere huizen heb ik gezien, dat deze kuiltjens dienden om er de kinderschoteltjes in te zetten, zoodat deze niet van den disch konden gestooten worden. De twee hoofdmaaltijden 's middags en 's avonds begonnen en eindigden met het kruisteeken en een gebed.

Thee werd er alleen door zieke lieden gedronken; die thee werd geplukt op den theestruik in de tuinen, of werd gemaakt van gedroogde camillen, vlierbloemen of lindebloem. Het thee drinken, op zijn Hollandsch, is in deze streken nog heden niet bekend. Koffie werd meestal des zondags gebruikt en wanneer er visites kwamen. Jenever dronk men maar weinig en meestal des morgens; het drinken van wijn gebeurde alleen in de herberg, daar de boeren in den regel geen wijn in den kelder hadden. De voorname volksdrank was het bier; men dronk bier bij alle gerechten en op alle uren van den dag. Elke welgestelde boer brouwde zelf zijn bier voor het huishouden; in een gedeelte van het huis ko n men dan ook zeker de brouwpan en somtijds daarnaast eene jeneverstokerij vinden.

De herbergen moesten zich voorzien van bier in het "bannale panhuis", eene brouwerij, die te Oirsbeek tegenover de kerk lag, en aan den prins De Ligne, als heer des dorps, in eigendom behoorde. Het bier, uit dit panhuis arkomstig, wanneer over de deugdelijkheid van hetzelve werd geklaagd, werd door de schepenen gevisiteerd en gekeurd. Werd het niet deugdelijk bevonden, dan verviel de meester van het panhuis in eene zware boete.
Van den anderen kant werd een herbergier, die privaatbier, dat is bier van een particulier afkomstig, verkocht, ook beboet. Op bier en jenever stonden geene lasten. Eene kan bier kostte vier oort. De herbergen waren herkenbaar aan een schild met onderschrift of indien dit ontbrak aan een jenevertakje boven den ingang.

Algehele inleiding Kleding Eten en drinken
Het boerenhuis De inrichting van huizen Vermaak en volksgebruiken
Post Landbouw School
Kerk Rechtspraak De vilder
Geneeskunst Belastingen De Oostenrijkers

 Ziet u slechts 1 pagina?
klik hier voor de volledige website
"Voorouders uit Midden-Limburg"