Sint Job was de patroonheilige van de pelsers en witmakers te Roermond. Er was een altaar in de parochiekerk. In den Bosch was het de heilige Christoffel.
Dit ambacht van bontbewerkers en zeemleerbereiders verwerkte net als de schoenmakers dierlijke huiden, maar hun bewerking verschilde zoveel dat de handwerkers toch in een apart gilde werden ondergebracht. Ze gebruikten schape- en geitehuiden en als looistof aluin. In 1728 werden ook de makers van handschoenen bij het pelsersambacht ondergebracht. In 1615 werd bepaald dat vleeshouwers schape- en geitehuiden eerst aan de pelsers moesten aanbieden, en als zij deze niet tegen marktconforme prijzen wilden kopen, dan pas mochten ze deze aan handelaren van buiten de stad verkopen. Tegen het eind van de 18e eeuw was het ambacht in Roermond bijna verdwenen. 5 augustus 1621 lezen we in de handelingen van de magistraat van Roermond, dat Jan de Blaeten, omdat hij met een burgervrouw is getrouwd, gebruik mag maken van de kuip bij het Blaethuis (vellenbloterij).
Pelsers en witmakers
Specifieke ambachten, met name in Roermond en Maastricht
Algemene informatie ambachten (gilden)
Gevelsteen huidevetters Brugge.